Ik heb een fantasie. Op de dagen dat mijn kroost elkaar de oorlog verklaart alvorens de dag tien minuten oud is. Op dagen dat de to-do-lijst in mijn hoofd langer is dan de minuten die de dag telt. Op dagen dat ik té moe ben of waarop het voelt dat ik in mijn eentje een kudde schapen de trap moet op krijgen (waar er natuurlijk altijd een aantal er net in de tegenovergestelde richting vandoor gaan) terwijl ik gewoon aan het koken ben én een oogje op het huiswerk maken moet houden.
Op zo'n dagen wil ik soms wegvluchten. Mijn koffer pakken, een briefje op de tafel achterlaten 'Ik ben er even niet. Tot later!' en de deur achter me dichttrekken.
In de winter wil ik in die fantasie altijd in bed kruipen. Diep onder de dekens met een kersenpitje tegen me aan en verdiept in wondermooi leesvoer. Niet in mijn eigen bed, maar ergens in een hippe b&b midden in het groen, waar het bed opgemaakt is met kraakverse, witte lakens en er standaard een espressomachine in de kamer staat. Er brandt een haardvuur en zacht avondlicht kleurt de kamer warm-oranje. Als ik moe-gelezen en uitgeslapen ben, duffel ik me warm in en ga wandelen. Waar het eten vandaan komt, heb ik nog niet uitgevogeld, maar het smaakt lekker en ik heb er geen werk aan.
Voor de zomer heeft mijn hoofd een andere fantasie. Dan trek ik me terug in een strandhuisje, verlaten in de duinen. Er staat ook een bed met even kraakverse, witte lakens maar vanuit het raam kijk ik uit op het verlaten zonovergoten strand. Ik heb tijd om te lezen, te schrijven, te wandelen en uit te slapen. Het is niet te warm, niet te koud, er zijn net genoeg wolken en net genoeg wind.
Dit is de theorie in mijn hoofd.
In de praktijk krijg ik dat haardvuur nooit van zijn leven aan. Vreet ik die witte lakens waarschijnlijk op van frustratie omdat ik me alleen voel. en na één dag vlieg ik ongetwijfeld tegen de mooi gedecoreerde muren van mijn hippe b&b-kamer op omdat een mens maar zoveel kan lezen en zoveel kan wandelen zonder een woord te wisselen met iemand anders.
In het strandhuisje zal je zien dat dat strand enkel verlaten is als het de godganse dag regent en bij zonneschijn wordt het overspoeld door gezinnen met kinderen. Waarbij mijn hart natuurlijk in duizend stukken breekt omdat ik mijn eigen grut zo mis.
En zo blijft het bij een fantasie. Gelukkig heb ik minder drastische manieren. Een tas koffie en een stuk chocolade. Per ongeluk express de trein missen. Een lang warm bad. Baantjes trekken in het zwembad. Fietsen met mooie muziek in mijn oren. Yoga. Of gewoon eens vroeg diep onder de dekens kruipen, met een kersenpitje tegen mijn buik, verzonken in wondermooi leesvoer. Gewoon in mijn eigen bed.
Deze blogpost kadert in het #boostyourpositivity project. lees er meer over bij Lilith en Oon.