Daarvoor moeten boodschappen gedaan worden. Bij voorkeur ook alleen.
Ja, die twee drukke kruispunten en grote winkel tackelt ze wel. Alleen.
De 11jarige die naar boven gestuurd wordt om sokken te halen en steevast terug beneden staat met lege handen en geen flauw idee waarom ze de trappen beklom, fikst dat wel even. Alleen.
In de memo die ik kreeg bij hun geboorte stond niet wat ik moest doen wanneer ze zich vrolijk zwaaiend op de fiets hesen en wild slingerend de straat uitreden. (Tussen ons gezegd en gezwegen: in die memo stond eigenlijk bitter weinig aan nuttige informatie.)
Maar de ervaring leerde me al dat haar nakijken en ‘Pas op, hé!’ of ‘Voorzichtig zijn!’ roepen niet geapprecieerd word.
Ik laat haar buiten – onder het mom van de deur goed terug in het slot te trekken – en kijk hoe ze vrolijk zwaaiend en wild slingerend de baan oprijdt. Vanuit mijn buik borrelt het op. Ik voel het woord achter op mijn tong en merk hoe mijn mond de eerste letter al vormt. Wanneer ik de V op mijn lippen voel, druk ik mijn tanden op elkaar en slik de onuitgesproken ‘voorzichtig’ in.
Ze kan het. Alleen.