dinsdag 27 mei 2014

Punthoofd

Ik weet niet hoe het met uw hoofd zit, maar in het mijne kan er best wel een zootje rondkolken.
De grote schuldige ben ik zelf. De hele dag kap ik er dingen in. To-do's, kleine zorgen en vraagtekens. Tegen de avond kan dat samen al eens goed gaan gisten en mijn hoofd in een puntvorm duwen. Niet mijn favoriete vorm van hoofd. Op zoek naar een oplossing las ik boeken, lag ik in bad te weken of kroop vroeg in bed. Maar wat echt blijkt te helpen, is vreemd genoeg lopen.

Een echte loper zal ik nooit worden. Als het te koud wordt, zoek ik liever het water van het zwembad op. Of hang ik op de zetel. En zodoende mik ik eigenhandig mijn opgebouwde conditie in de prullenbak. Maar steevast in februari kriebelt het weer. Niet dat het elk jaar even vlotjes gaat om de draad op te pikken.

Ook dit jaar. In het begin was er geen ruimte meer om te denken. Ik was druk bezig met voldoende adem binnen te krijgen, de ene voet voor de andere te zetten en telkens die ene minuut meer uit te lopen. Maar niet denken, dat blijkt wonderwel positief te zijn voor een hoofd dat te vol zit.
Maar op den duur kwam er adem, conditie en endorfines. Ooh wat hou ik van endorfines.
Even weg zijn hielp ook om dat hoofd leeg te maken. Niet alleen weg van thuis waar er altijd was, afwas en op te zuigen kruimels lijken te zijn. Vaak genoeg ook even weg van het ge-mamaaaah. 

Realitycheck voor het geval u denkt dat ik sierlijk als een hinde door de velden spurt:
Ik kom steevast thuis met een purper hoofd.
De volgende dag raak ik één van de twee keren moeilijker de trap op en af.
Ik weet ondertussen dat je krampen kan krijgen op tal van plaatsen die ik niet wist dat ik had.
Maar... het is het allemaal waard om met een iets leger hoofd de avond in te gaan.




donderdag 22 mei 2014

Weg-en weer

'Ik stop ermee.'
'Neen, gewoon even op pauze.'
'Wat pauze? Gewoon stekker eruit, boel archiveren en klaar!'
'Wacht gewoon even... het komt wel weer.'
'Neen, na 11 jaar is het op.'
'Geduld...'

Er ligt een vingerdikke laag stof hier op deze blog. En jammer genoeg kan ik niet zeggen dat er elders wel veel geschreven wordt. Zelfs mijn Moleskine zit op een hongerdieet qua letters.
Maar de 'geduld'-optie won het weg-en weer spelletje in mijn hoofd en kijk, zelfs zonder gps vond ik nog mijn weg terug naar mijn blog.
Veel woorden zitten er echter nog niet in mijn bagage. Daarom gewoon een beeldje. Een nieuw kantoor biedt nieuwe mogelijkheden qua lunchpauzes.

vrijdag 25 april 2014

Moordend

'Je bent goed bezig, mama' mompelde de dochter terwijl ze zich over haar zwarte zandkasteel boog. Ze peuterde wat wortelresten uit het zand dat ik in de kruiwagen schepte en versierde minutieus haar bouwwerk. 'Niet opgeven hoor.'
Ik pufte, zweette, knarste met mijn tanden en mikte nog een schep zwart zand op de hoop.
Het klonk nochtans heel simpel. 'En dan graaf hier waar het terras komt, alles een twintigtal centimeter af.' Klinkt als weinig werk. Toch? Dat deed het alvast in mijn oren.
Blijkt dat dat best een karwei is. Wist u wel. En weet ik nu ook.

Maar goed, na een namiddag graven en mij en de kruiwagen een weg laveren tussen het zwarte zandkastelendorp dat mijn kinderen lieten verrijzen, trok ik mijn loopschoenen aan en de voordeur dicht voor een half uur gewoon het landschap, muziek in mijn oren en de kadans van mijn voeten.

's Avonds in de douche voelde ik dat er iets niet klopte. 's Nachts werd er weinig geslapen en de volgende morgen was 'sta op' een onmogelijke opdracht.
Lief keek me smalend aan toen ik de trap afstrompelde.
'Zie je wel, nergens goed voor dat sporten'.
Juist ja, twee uur staan graven in de tuin en loodzware kruiwagens verrijden, daar heeft je rug geen last van. Maar een half uurtje rustig joggen... dat is moordend voor rugspieren.

donderdag 3 april 2014

fase 'het moet eerst nog wat erger worden'

'Dit is geen tuin meer, maar een begroeide bouwput', mopperde ik vorige zomer. Moe was ik het om onkruid af te rijden in plaats van gras. Constant mijn enkels te verzwikken in de ondiepe kuilen die gecamoufleerd werden door koppig groeiend mos en uit te kijken op een stapel rommel die al een jaar stond te wachten op een enkel ritje huis-containerpark. De welig woekerende klimop, talrijke schielijk overleden planten en een tuinhuis dat op instorten stond negeerde ik voor alle gemak.

Na een herfst lang mopperen over de woekerstaat van de tuin riep Lief een hulplijn in onder de vorm van iemand die weet welke plant je best waar plant. Een plan werd getekend en goedgekeurd.

Op één van de eerste mooie lenteachtige winterdagen trokken we beiden werkhandschoenen aan en sloopten de helft van de tuinomheining, groeven verpieterde planten uit, waagden ons aan een derde en hopelijk geslaagde moordpoging op de te enthousiaste klimop en mikten de stapel rommel in de aanhangwagen.

's Avonds plofte ik tevreden op het terras en knikte 'Veel beter zo!'
Lief keek wat zorgelijk naar de tuin. Het tuinhuis dat eerst verscholen zat achter klimop stond open en bloot in het zicht. Schijnbaar één windstoot verwijderd van in elkaar klappen. In plaats van een omheining keken we los in de buurvrouw haar tuin en er was inderdaad geen woekerend onkruid meer, alleen maar omgewoelde aarde.
'Ik zie nog niet echt wat er nu zoveel beter is?'
'We zijn begonnen!'

vrijdag 21 maart 2014

Kom van dat dak af...

6.45 u. en waar sta ik? In de gietende regen, op het dak van ons huis in de weer met plastic en kleine steentjes.

Een kwartier eerder stond ik in de badkamer, de slaap uit mijn oog wrijvend, tot het me opviel dat mijn voeten wel heel erg nat en koud aanvoelden. De helft van de badkamer stond onder water. De oorzaak lag bij het verluchtingsrooster in de hoek waar een vrolijk watervalletje uit stroomde.
Wat doet een weldenkend mens?
Maakt die de man in huis wakker? Belt die de mannetjes die het dak legden? Belt die überhaupt iemand op met verstand van zaken? Neen, een weldenkend mens wurmt zich in haar regenlaarzen, trekt snel een regenjas aan en klautert door het kleine raampje in de gang het dak op.
En zo veeg je bij het eerste ochtendgloren het dak schoon op zoek naar het gat waar het water zijn weg naar ons huis vindt. Jammer genoeg werkt een dak niet zoals een fietsband en ben ik niet onderlegd in het wat en hoe van EPDM-daken.

'Mama, wat doe je?', vraagt KleineMeid die aan het raampje de slaap uit haar ogen aan het wrijven is. Ik trek mijn slaapkleed wat naar beneden en sjor de kap van mijn regenjas wat verder over mijn ogen en antwoord: 'Ga papa even halen.'
'Kruimel, ben je niet goed? Kom onmiddellijk van dat dak af', gromt Lief die inderhaast uit zijn bed geschud werd. Ik leg het plastic vast over wat ik vermoed dat het deel met het lek is en klauter recht.
Wanneer ik me omdraai om terug door het kleine raampje naar binnen te klauteren zie ik onze buurman verbaasd aan zijn slaapkamerraam staan. Ik zwaai vrolijk en duik ons huis binnen.

Vraag blijft of ik die man nu de schrik van zijn leven of de mop van de dag bezorgd heb.