donderdag 29 februari 2024

Winterslaap

Ooit las ik bij Webkim een geniale remedie tegen de winterdip. Ik verstop me onder een berg Tony Chocolony en eet zo traag een weg naar de lente. 

Alle winterwandelingen en feeĆ«rieke kerstverlichting ten spijt, ik ben niet gemaakt voor de donkere wintermaanden.  Maar omdat mijn systeem ook niet gemaakt is om zoveel chocolade te verzetten, bedacht het op zijn eentje een andere oplossing. 

Ik had het zelf ook niet door. Pas toen ik voor de derde keer op drie weken tijd met een boek in mijn handen de deur van de boekenwinkel rinkelend achter me hoorde dichtvallen, viel het kwartje. Ik omringde me niet chocolade, maar met boeken. Echte boeken die zwaar wegen in je hand, ruiken naar onvertelde verhalen en geen lichtje hebben waardoor het nachtlampje echt wel aan moet in het lezen voor bedtijd-moment (sorry Lief!). 

Ik bouwde een denkbeeldig hutje rond mezelf met boeken als bakstenen om zo langzaam de dagen om me heen weg lezen. 

Inspiratie nodig? 

- Cadeautje voor mezelf | Maartje Swillen
- Dit is niet wat er zal gebeuren | Zita Theunynck 
- De moordclub op donderdag (en alle volgende boeken) | Richard Osman
- Waar zijn de wolken | Suzanne Grotenhuis
- Een tweede kans voor Missy | Beth Morrey
- Ghosts | Dolly Alderton

Het is lente voor je het weet. 

maandag 12 februari 2024

waaien

Grijsblauw. Een flou artistique die de overgang tussen zee en lucht voor interpretatie vrij laat. Schijnbaar verlaten. Een stevige bries die me geen keuze in wandelrichting laat. Zo heb ik het strand het liefst. 

Ik waai, parallel aan de horizon. Als een vlieger aan een touwtje tol ik over het lege strand. Armen wijd, licht naar achter gebogen. Fijne nevels jagen voor me uit. Mijn schoenen vullen zich gestaag met elke stap. 

Aan het trapje wenkt de open deur van de boekenwinkel. De wind geeft een laatste duw en ik waai binnen. Mijn vingers dansen over de planken en mijn voeten laten een knerpend zandspoor verschijnen. 

Ik ben op zoek naar niets, zeker geen extra centimeters als voorlopige dakpan van mijn 'nog te lezen stapel'. Gewoon kijken en snuisteren en snuiven. En toch - geen idee hoe, misschien de sterke wind - waait er een boek in mijn schoudertas. 

maandag 29 januari 2024

Tijd

- 4 minuten -
'Billen naar beneden, blik vooruit!', brult de sportjuf. 
Ik hang boven mijn matje met enkel de toppen van mijn tenen en mijn onderarmen als steunpunt.  Hooveren, noemt de instructrice het. In ijltempo ontdekken welke spieren na 44 jaar enkel voor de sier in mijn lijf aanwezig zijn, noem ik het. 
'We zijn vertrokken voor vier minuten!'
Tussen het stof op de vloer, ontwaar ik een platgetrapte M&M. Het felgroen snoepje probeert zich te camoufleren op de vaalgroene turnvloer die al maanden geen borstel of stofzuiger zag voorbij komen. 
Mijn bovenarmen trillen en een onzichtbare voorbijganger stapelt stiekem betonblokken op mijn onderrug. Dat kan de enige reden zijn waarom mijn bekken richting het matje zakt. 
Elk spiertje trilt en smeekt om rust. 'We zijn er bijna', sus ik mijn lijf. Nog heel even doorbijten. 
'Nog drie minuten', brult de iron woman vooraan.  
De onzichtbare voorbijganger blijft betonblokken stapelen, niet alleen op mijn onderrug, maar ook op schouderbladen en benen. De grond onder me beeft, ofwel begeven mijn steunpunten het simultaan. 
Ik klap op de grond na wat voelt als anderhalf uur. 
'Nog anderhalve minuut', hoor ik roepen. 

- 4 minuten - 
Tegen beter weten in scroll ik haastig naar de NMBS-app. Misschien heeft ie vertraging, misschien heeft een andere trein extra veel vertraging. 
'Aan het perron', blinkt in een rood blokje naast mijn woonwerkverbinding. 
Ik prop mijn fiets in het fietsrek en sprint - in de mate dat een loeizware rugzak dat toelaat - van de fietsstalling naar het perron. (Uiteraard net diegene die het verst van de fietsenstalling gelegen is). 
'Ik heb vier minuten. Vier minuten voelden gisteren als een eeuwigheid. Meer dan tijd genoeg om 500 meter treinspits-slalommen te overbruggen. 
Twee minuten later sta ik hijgend op het perron. Het treinsignaal overstemt mijn gevloek. De conducteur wijst op de boodschap 'NIET MEER INSTAPPEN'. 

De spieren die enkel voor de sier in mijn lijf aanwezig zijn, laten zich opgetogen voelen.