Posts tonen met het label uit het leven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label uit het leven. Alle posts tonen

donderdag 27 september 2012

't mag wat makkelijker, soms

Altijd als ik denk dat het een makkelijke dag wordt, geeft de Wet van Murphy me lachend lik op stuk. Durf ik denken aan een gezellig middag thuis rommelen en koekjes bakken, eindig ik met een krijsende KleineMeid, een bloedende lip en een KleineVent die zijn oren op school heeft laten liggen. En koekjes, die ook.
Laat ik dus maar even zwijgen over de afwijking van de decibelnormen lang beide kanten.

Maar goed, dat was gisteren. Dit is vandaag. En vandaag gaat beter.
Denk je.
Tot je de straat uitrijdt en de hoek omdraait.
Om te botsen op een file. Een hele lange. Zo eentje waarvan je het einde niet ziet.
En dan zit er niets anders op dan eindeloos rijtje schuiven om voorbij het station op de autostrade te raken, met een omweggetje om de carpoolcollega op te pikken. Een nutteloos ommetje, want eenmaal op de carpoolparking bleek dat de carpoolcollega een beetje vergeten was dat er gecarpoold werd. Dat waren dus drie nagels die ik voor niets afbeet.
Maar hé, daar 200 meter verder is de oprit van de autostrade en is de verlossing in zicht. Jammer genoeg blijkt de straat afgesloten en mogen we met z'n allen rechtsomkeerd maken en in een 10km lange rij een omleiding volgen. Dus eet ik maar - collectief met de vier bestuurders voor me en de zes achter me - van frustratie mijn stuur op.
Het enige wat me tegenhield om om te keren was het feit dat ik er langer zou over doen om opnieuw thuis te raken dan op mijn werk.

Wat mag er van jou soms wat makkelijker gaan?

vrijdag 24 augustus 2012

Vasthouden

Al twee weken worden we weer stipt op het werk verwacht. De weken van uitslapen, rondlummelen op blote voeten, alles wat onmisbaar is in de auto stouwen en naar het zuiden rijden, ... is voorbij. De kleinsten fladderen ondertussen van grootouders, naar opvang, naar sportkamp. 'Nog een beetje vakantie, maar geen echte vakantie meer', vindt KleineVent.

Het gevoel van ontbijten aan de tent met zicht op water en bos ligt nog te dicht bij om een mooie herinnering te zijn. Voorlopig voelt het vooral als gemis. Dus broeden we op een dessert. Een vakantie-uitsmijter. We nemen de agenda's erbij en kruisen half september aan. En stiekem kruisen we onze vingers voor mooie weer.

De vakantie is nog niet voorbij. En dat gevoel is bijna zo troostend als na een geweldig feestje bij het licht van de koelkast nog snel een stukje taart binnenspelen.

woensdag 30 mei 2012

Kwijt

'Waar is mijn giraf?', huilt KleineVent?
'Waar je hem hebt laten vallen', antwoord ik en zet me schrap.
'Ik heb al overal gezocht en ik vind em echt echt niet', klinkt het zielig uit de zetel.
'Kruimel!!!! Waar zijn mijn sleutels'
'Waar je ze het laatst neergelegd heb', probeer ik nog eens.
'Neen, daar liggen ze niet meer. Zeker dat jij ze niet verlegd hebt?'
'Heel erg zeker!'
'Mama, waar is tuutje', mengt de jongste zich.
En dan hebben ze me te pakken.
Alledrie.
Hoe graag ik ook wil zeggen: kijk eens goed. Zoek even. denk eens na. Ze zijn er in geslaagd om opnieuw op dat ene knopje te duwen. Dat knopje dat ervoor zorgt dat ik niets kwijt kan zijn. Dat maakt dat ik rusteloos kast na kast doorspit, op de grond ga liggen om onder de zetels te kijken en de wasmand uitschud op de grond om verdoken immigranten in het wasgoed op te sporen.
Dus laat ik mijn boek voor wat het is en ga ik pad. Ik vis de giraf uit zijn schuilplek aan de schoenenmand. Raap de sleutels op die half onder de kast gevallen zijn en dat tuutje, dat tuutje is niet te vinden. Maar gelukkig heb ik een geheime reserve aangelegd voor gevallen als deze.

Geen TomTom nodig hier. Mijn huisgenoten hebben een Kruimel.

maandag 21 mei 2012

Botsen

Overdag kunnen we nogal eens botsen KleineVent en ik.
Dat de trampoline buiten staat, bijvoorbeeld. Terwijl hij - wanneer er niet buiten gespeeld wordt - in onze zetel een perfecte dubbelganger voor het springtuig gevonden heeft. Of over tekenen. Dat dat op een blad kan of karton of stof. Terwijl hij zijn kunsten liever botviert op de witgepleisterde muren.

Als we botsen dan botsen we hard. Dan moet ik me uitrekken om boven hem uit te torenen. Dan moet ik mijn olifantenvel aantrekken en me wapenen tegen woorden die hij nooit of te nimmer van mij kan geleerd hebben. Dan hoor ik hoe ver onze beider volumeknop wel reikt. Soms blijft het bij één botsing per dag. Andere dagen gooi ik onszelf de tuin in of de fiets op om wat frisse lucht tussen ons alletwee te laten waaien.
Maar 's avonds lassen we een pauze in. Dan is hij te klein om zelf de trap op te stappen. Dan klautert hij in mijn armen en blijkt zijn hoofd nog wonderwel in de holte tussen mijn hals en schouder te passen. Dan klemmen kleine armen me vast zodat hij nog 100 zoenen kan planten voor de nacht.
En altijd, na een dag waar ik de blauwe plekken van de dag nog voel schrijnen op mijn hart, kan ik het niet laten. Dan sluip ik zijn kamer binnen en fluister zacht in zijn oor: Slaapwel, mijn kleine dondersteen.
Iets met toch het laatste woord te willen hebben, denk ik.

woensdag 9 mei 2012

Groot 

Na badtijd, terwijl ik armen en benen afdroog, zie ik het opeens . Hij is bijna geen kleuter meer. Er is iets groters in zijn trekken geslopen. Er straalt een soort honger van hem uit. In de bibliotheek weigert hij naar het voorlees halfuurtje te gaan. In plaats daarvan slaat hij zijn kamp op bij de natuurboeken en stapelt een toren van pizza aan encyclopedieën naast zich op. Hij hangt met open mond over prentjes met skeletten, vlinders en vogels allerhande.
'Mama, ik wou dat we hier woonden', mompelt hij. 'Dan had ik altijd zoveel boeken om in te kijken.'
Op zo'n momenten moet ik me inhouden om hem niet plat te knuffelen, want dat mag niet meer zomaar.
Groot worden, ik zei het al.
s' Avonds wil hij nog wel een verhaal, maar als hij echt mag kiezen nestelt hij zicht met een A4-tje, een potlood en 'Van kop tot staart' tegen zijn kussens in het licht van zijn leeslampje.

'Ik ga nog een beetje schrijven', mompelt hij terwijl ik zachtjes de deur dichttrek. (Op een kiertje, mama!)

Gelukkig is er nog zoiets als bedtijd voor volwassenen. En kan ik nog altijd ongestoord zijn kamer binnensluipen om hem opnieuw in te stoppen, het leeslampje uit te knippen en het A4tje uit zijn knuist te ontfutselen. Ik staar naar het A4tje, volgetekend met A's, T's en omgekeerde B's en E's. Hij draait zich om, trekt zijn knuffel onder zijn kin en smakt op zijn duim.
Hij is groot aan het worden, maar gelukkig zit hij nog aan de kleine kant van 'groot worden'. 

donderdag 24 november 2011

Raising Roses

raising roses

Ik volg de blog van Roos al een hele tijd, al van toen ze vrolijk blogde over haar jongens en elke week met Daan tekenende wat ze zag. En toen ging Roos in januari plots in het Engels bloggen. Haar man kreeg te horen dat hij leed aan acute lymfatische leukemie. Ik volg Roos nog altijd nu ze schrijft over hun strijd tegen kanker, over hun twee zoontjes die worstelen en het grote niet weten. Maar naast de emotionele impact die kanker in hun leven bracht, is er ook de financiële kant. Want kanker houdt nergens rekening mee; niet met twee opgroeiende jongetjes die een vader nodig hebben, niet met een vrouw die haar man soms wekenlang moet missen en niet met financiën. Roos’ zenlerares Karen Maezen Miller besloot daarom the Roos & Kenji medical fund op te richten. Time to raise roses! Laten we onze krachten bundelen en Roos en haar gezin helpen. Want is dat niet wat we allemaal zouden willen als ons iets dergelijks zou overkomen; geholpen worden?

dinsdag 30 augustus 2011

Fuiven op de achterbank

Het zit er bijna op, wekelijks 100 km rijden met twee fuifnummers op de achterbank. Respectievelijk bijna 3 en net 5 gingen ze zes weken lang gezamenlijk los met de volumeknop op het maximum. Compleet uit je bol gaan als je bijna 3 en net 5 bent, dat doe je met klassiekers als 'samen op de moto', 'op op, alles is op' en 'de samsonrock'.
Er was geen lievemoederen aan. Iets anders dan het olijke duo Samson en Gert mocht er niet uit de boxen knallen. Dus introduceerde ik meteen ook maar de klassiekers 'Het kasteel van koning Samson' en 'Er zit meer in een liedje dan je denkt'.
De net 5 jarige vindt me nu de coolste mama die er is.
De bijna 3 jarige was alleen maar blij met nog meer liedjes waar je wild met je armen kunt wuiven.
En stiekem genoot ik wel van het luid meebrullen met klassiekers uit mijn jeugdjaren, voor alle duidelijkheid in de beslotenheid van de auto.
Nog even en de dagen dat dat ik dit de hele morgen neurie, zijn weer voorbij.
Misschien zijn de collega's vooral daar voor blij.

dinsdag 31 mei 2011

Happy wakker



"Nog één keer en ik timmer hiermee op je hoofd", dreigt mijn Lief met zijn wekkerradio.
Ik grijns,druk op repeat en draai opnieuw rondjes door de slaapkamer. En door al dat gehups verschijnen de twee mini-ussen in de deuropening.
KleineMeid, nooit om een danspasje verlegen, gooit haar billen in de strijd.
KleineVent, altijd in voor het wildere armgezwaai, poogt een stagedive-duik met zijn vader als enige publiek.

En nu ben ik benieuwd wanneer we terug binnen mogen in huis.

maandag 30 mei 2011

Brooddegen

Herinnert u zich deze nog?

Wel, we gingen dus brooddegen. (Jawel, dat bestaat ook als werkwoord. Neen, ik verzin niet zomaar maar iets.) Geheel volgens het recept - mijn in handen gestopt door een deskundige - mengde ik één kop bloem, één kop zout en één kop water door elkaar tot...
ik een slijmerige massa verkreeg. Twee kinderkopjes loerden mij van links en rechts aan terwijl ik vlijtig kneedde steeds herhalend 'bijna klaar, bijna klaar'. Al het kneden ten spijt bleef de drab, gewoon drab. Waar er draptaartjes mee te maken waren. Wat KleineMeid glunderend deed. Zo glunderend dat de draptaartjes mee verhuisden van de keukentafel naar de zetel zodat pop ook een taartje kon eten.

'Wat extra bloem dan maar', dacht ik op dat moment. Ik reikte naar de zak bloem, schudde en zag nog net een ijl zweempje de pot in dwarrelen. Links van me zat een KleineVentenkopje me nog steeds hoopvol aan te kijken, wat me tot het domste dat ik kon doen aanzette. Ik nam mijn sleutels holde door de gang, de straat op en belde bij de buren aan. Die er niet waren. Holde naar de andere buren. Die wel bloem hadden, maar in de kelder. Heb je even? En o ja, hoe staat het met de verbouwingen? Ah nog niet begonnen. Juist, wat wou je ook al weer? Bloem. Wacht ik ga het even halen.

Eenmaal met bloem terug binnen zag ik dat KleineVent het kneden in eigen handen had genomen. En ook dat hij die drab niet zo leuk vond als zijn zus en dus zijn handen wilde afdrogen, wat ook niet bijster lukte gezien het brooddeeg-spoor van keuken naar badkamer naar woonkamer.
Maar hei! We gingen knutselen dus we gaan knutselen.
Ik schoof het eerste mengsel aan de kant en begon dapper opnieuw. Met een beetje minder water en kijk... je kon er zowaar sliertjes mee draaien. KleineVent en KleineMeid waren weer geïnteresseerd en klommen op hun stoel. Ze draaiden sliertjes, prikten koekjes uit en legden alles op de bakplaat. Of wacht... KleineVent legde van alles op de bakplaat. Ik draaide me naar KleineMeid die me met bolle wangen aankeek. En dat moment uitkoos voor een welgemikte
'Bleh'. Wupsakee daar belandde een goed uitgekauwd bolletje zoutdeeg op de grond. Waar KleineVent prompt insprong om een nieuw vormpje te gaan halen dat hij laten liggen had aan de andere kant van de kamer.

En toen was de bakplaat vol en het deeg op (neen, ik had het echt niet verstopt. Het was gewoon op), vertrokken de kinderen richting tuin en keek ik in de keuken en woonkamer rond. En besloot dat brooddegen meer dan een middagvullende activiteit is, zeker voor diegene die nadien niet alleen opruimt maar vakkundig alle restjes van heel gevarieerde oppervlakten mag afpulken.

De nutteloze tips van mijn kant (maak het deeg op voorhand, brooddeeg bij voorkeur buiten) wist u natuurlijk lang al. Dat hoefde ik u helemaal niet te vertellen, toch?

vrijdag 13 mei 2011

Geluk tussen naald en draad

Een jaar geleden waren wij met een groep vrienden weg in de Westhoek. En midden het groen, dieren en de stilte zag ik een meisje dat ik herkende en nog eentje en nog eentje. Of, in alle eerlijkheid, ik herkende niet de meisjes, maar wel hun kleren.
Ze hoorden bij een mama die ik al enkele maanden volgde ik op het www.

Toen ik die meisjes aan een hek zag hangen (Ik denk dat ik twintig meter verder stond, toen de foto bovenaan haar blog gemaakt werd) , voelde ik een vervelende steek in mijn maag. Een die zei: 'dat wil ik ook kunnen, dingen maken.'
Tijdens de wandeling - af en toe gestoord om een kind uit de gracht te plukken of uit de boom te halen - vroeg ik me af waarom ik me zo voelde. Ik kon het toch? Ik had alle materiaal van geërfde naaimachine tot stof toch in huis?
Het punt was dat ik er niets mee deed. Ik ging naar de naailes, deed netjes wat de juf me zei en borg na de les mijn machine weer op.

Die avond trok ik om tien uur mijn naaimachine vanonder de trap en waagde mij aan een cirkelrokje. De volgende dag hees ik mijn dochter erin en voelde iets opborrelen dat in alles het tegenovergestelde was van die steek. Het was trots, contentement, blijheid en potverdikke verslavend.

We zijn een jaar verder en ik voel me een stukje meer mezelf
juist omdat ik het kan,
maar nog meer omdat ik er nu ook iets mee doe.
En neen, nog steeds geen foto's van wat ik fabriceer. Dat is niet wat Kruimels is, maar die zoemende naaimachine is wel een deel van mijn geluk geworden.

Dus dankje, polkadot-dochters om net op dat moment aan het hek te hangen.

maandag 9 mei 2011

Shoppen

In een gestolen uur belandde ik in een klein tweedehandswinkeltje boordevol mooie kleren. Voor het eerst sinds lang slenterde ik rond, streelde de kleren. Ik wikte, keurde en hing hier en daar iets over mijn arm om te passen. Naast twee andere vrouwen was ik de enige klant. De vrouwen, een zestigjarige moeder en een dertigjarige dochter, vulden de winkel met hun opmerkingen. Of - in alle eerlijkheid - de moeder liet vooral van zich horen.

'Nog een rok? Maar meisje toch, je hebt er al zoveel.'
...
'Neen, in zo'n broek zie je er veel te dik uit.'
...
'Heb je al gezien wat dat kost? En dat voor gedragen spul.'
'Niet gedragen, mama, stockverkoop.'
'Om het even. Het is al lang en breed uit de mode.'
'Mama, laat me nu even.'
'Wanneer ga jij dat dragen? Die kleren met al die frullen. En wie moet dat weer wassen. Kom we zijn naar huis.'
'Komaan ma, ik wil nog even rondkijken.'
'Je draagt die dingen toch amper. En ik vind hier niets. Kom breng me naar huis. Ik moet nog strijken.'
'Moe, ik wil nog even rondkijken.'
'Ik wacht buiten wel. Tot zo!'

De vrouw draaide zich naar mij om en wierp me een 'Moeders!' blik toe.
Ik glimlachte even. Niet wetend hoe ik de 'ik weet het jammer genoeg niet'-blik moest overbrengen met mijn gezicht.