maandag 28 augustus 2017

Hoe een tent doet wat Marie Kondo niet kon



Heel de ontspullenhype waaide moeiteloos aan mij voorbij. In de winter willen de muren wel eens wat dichter kruipen, maar over het algemeen past alles wat we hebben spullengewijs prima in ons huis.
Marie Kondo en companie mogen verkondigen wat ze wilden, de drang om door het huis te zwiepen met enkele kartonnen dozen in mijn kielzog had ik nog nooit gevoeld.

Dat wil zeggen, tot we op reis gaan met tent en luchtmatrassen. Steeds laden we slechts het minimum van wat we niet kunnen missen in en steeds blijkt dat nog altijd teveel. De twee bakken speelgoed voor de kroost bleken alleen nuttig om vierkant in de weg te staan en ondertussen hier en daar wat blauwe plekken op de schenen uit te delen. De citronellakaarsen die niet mochten aangestoken worden in een kurkdroog natuurgebied, smolten spontaan in de tent en drenkten een vol doosje zaklampjes en batterijen in hun kaarsvet. Oh well, weer wat minder bagage op de terugweg.

Leven in een tent die niet meer vraagt dan een occasionele zwiep van de bezem om het droge gras buiten te werken en een achteloos achtergelaten hoopje kleren op de juiste hoop kiezen, ik zou het gewoon kunnen worden. (als het vakantie is en elke dag 35 graden of meer).

Het is eenmaal terug thuis dat het begint de wringen. Niet de eerste dagen, dan geniet ik van de voordelen van een bed dat niet om de twee dagen moet opgepompt worden (memo to me: koop eens een nieuwe luchtmatras), een frigo waar meer dan twee flessen water en de worstjes voor op de barbecue in passen en een badkamer binnen handbereik.

Maar na enkele weken gaan de kamers en kasten vol zooi me irriteren. En voor ik het zelf goed besef zwiep ik door het huis met een stapel kartonnen dozen in mijn kielzog. Ik stapel de gang vol met dozen vol te kleine kleding. Ik zet de speelgoedkast op een strikt dieet en kijk met lede ogen toe hoe mijn kroost de helft van het verbannen speelgoed verontwaardigd terug in het rek zet (daar spelen wij WEL nog mee). Ik ga rigoureus door mijn boekenkast, maar duw de stapel kleuterknutselwerkjes in een doos ergens op zolder. Ik kan veel weggooien, maar sentiment blijkt een brug te ver voor mij en mijn kartonnen dozen.

Ik schrijf ons in voor de plaatselijke rommelmarkt en neem me heilig voor alle niet verkochte spullen linea recta naar de kringwinkel te brengen.

Sommigen hebben Marie Kondo nodig.
Mij moet je duidelijk niet te lang onder een tentzeil laten kamperen.

zaterdag 5 augustus 2017

Vergroeid met de weerapp

'Het regent!'
Lief kijkt naar buiten. Naar de helblauwe hemel en een klein, maar stralend zonnetje.
'Waar dan?'
'En zo te zien is het voor de hele dag.'
Zuchtend klik ik de weerapp weg.
Als ik opkijk staat Lief met zijn handen op zijn heupen naar de lucht te kijken.
'Maar waar dan?'
'Op kamp van de oudste'.
Ik klik de weerapp weer open en kijk naar het schermpje. Het plaatje van sombere grijze wolken met een gestaag gordijn van regendruppeltjes is niet wat ik wil zien.

Ik hoef geen facebookpagina vol updates. Hell, ik ben zelfs tevreden met kamppost die in de bus valt als de kampganger al lang en breed weer hier op de bank hangt.
Ik zit er niet meer mee in dat hij het koud zal hebben. Er zitten voldoende Noordpool-waardige outfits in zijn bagage.
Maar bij een kamp hoort zon. Bruine benen onder de blauwe plekken die uit een short steken die al vier dagen geleden bij het wasgoed had moeten belandden. Bij een kamp hoort een blauwe hemel. Een zwart zeil met bruine zeep en water dat zich over het hele veld uitstrekt.
Dagtochten onder een schroeiende zon en lui lummelen in het hoge gras.
Of toch op het plaatje in mijn hoofd.

Ik wis de kamplocatie uit de weerapp en klik em resoluut weg.
Die oudste van me heeft sowieso de tijd van zijn leven.
Zon of geen zon.

woensdag 2 augustus 2017

Offline





Kamperen is een weegschaal.

Aan de ene kant heb je de auto die moet volgestouwd worden. Niet alleen met kleren en andere noodzakelijke dingen zoals boeken, kubb-spel en luchtmatrassen om op te dobberen in het zwembad. Maar ook met een heel hebben en houden aan tent, tafels, stoelen en kookgerei. Na een rit van 1700 km moet dat hele hebben en houden ook nog geïnstalleerd worden. Ja, ook als het 's avonds nog steeds 30° is. Dan zie je het beter als een gratis sauna als je onder het tentzeil staat te kibbelen omdat "iemand" tentstokken niet sorteerde en ze nu niet kan aan geven.
En zelfs in het best dichtgeritste compartiment van de tent weten de muggen je te vinden. Of beter, de jongste. Het kind werd ei zo na opgevreten door de plaatselijke insectenpopulatie. Gelukkig bracht het plaatselijke insectenspul wat soelaas en marineerden we haar elke morgen van kop tot teen erin.

Aan de andere kant heb je - als je een beetje zoekt - een weergaloos uitzicht. De glooiingen van Italië, een kabbelend riviertje met wat schapen op de achtergrond, een uitgestrekte wei met vier paarden, om maar iets te noemen.
Of -zoals dit jaar - een oud Spaanse stadje dat zich aan de helling van de heuvel vastklampte.
Er zijn altijd voldoende bomen om een hangmat onder te hangen en meestal hollen er op een camping voldoende leeftijdsgenootjes rond zodat entertainmentcentrum mama en papa even enkele uren rust krijgen.

Kamperen zou geen kamperen zijn zonder een keer wakker te worden en voelen dat je luchtmatras geen adem meer over had. In je pyjama over het terrein sloffen om water te tanken voor die ene onmisbare koffie 's morgens. Of binnensmonds vloeken als je net iemand voor je de laatste douchedeur ziet dichttrekken.
Maar los van dat alles sloeg de wijzer weer zonder fout door naar de goede kant.
En moet ik nu even wennen dat ik gewoon op het knopje van de espressomachine moet duwen voor dat eerste onmisbare kopje koffie in de morgen.


We sloegen onze tent op bij Villa Carmen. Een minicamping op een steenworp van Bocairent, een uurtje rijden van Valencia. 
Als je op zoek bent naar rust, een magnifiek uitzicht en fantastische tips van lieve uitbaters, dan is dit een aanrader.