Posts tonen met het label KleineVent. Alle posts tonen
Posts tonen met het label KleineVent. Alle posts tonen

donderdag 19 mei 2011

Knutselen

Vroeger, toen ik regelmatig vriendenboekjes mee naar huis kreeg om in te vullen, schreef ik naast hobby's altijd: knutselen. In mijn herinneringen zat ik altijd wel te knippen, plakken, schilderen of prutsen. (Ja, GroteKleineBroer wanneer ik niet aan het lezen was, tenminste)

Maar als mijn oudste aan mijn rok trekt en met grote ogen vraagt: 'Mama, gaan we knutselen?' dan voelt mijn hoofd aan als een grote, lege ruimte. En veel verder dan het ventje een leeg kaasdoosje en wat foam-stickers toeschuiven kom ik niet.

Dus in ouderwetse donderdag-vraagdag-traditie.
Welk knutselproject kun je mij aanraden? En als het nadien nog mooi genoeg is om uit te stallen, op te hangen of als je er -helemaal fantastisch- mee kan spelen ben ik helemaal in de wolken.

donderdag 7 april 2011

Buiten

Later zal ik ze vertellen hoe blij het me maakte. Dat ze in pyjama en op blote voeten naar buiten ontsnapten. Voor nog een laatste springsessie, nog een allerlaaste keer glijden op de glijbaan. Om nog heel even de grassprieten te voelen kriebelen. En alle lieveheersbeestjes die er te vinden zijn goedenacht te wensen. En dan nog snel de bloemen willen water geven en een verdwaalde slak in veiligheid brengen.
Later zal ik ze vertellen hoe blij ik ben met twee kinderen die met hun handen tegen het raam geplakt om 'buiten' zeuren.

Maar voor de goede orde in huize Kruimel en co, doe ik het nu nog even niet.

woensdag 16 februari 2011

Spiegel

Soms kijk ik naar mijn kinderen, maar zie mezelf. Als KleineVent voor de televisie zit en roept 'Ik ben Bliksem', net zoals ik vroeger ruziede met mijn neven over wie 'MiepMiep' mocht zijn als 'Roadrunner' speelde. Of hoe KleineVent duikboot speelt in een bad dat daar eigenlijk echt wel te klein voor is, hoe graag de grenzeloze fantasie van een kleuter het ook anders zou willen zien. Dan zie ik mezelf over de badrand gluren naar mijn moeder die met soppende sokken op het soppende badkamertapijt stond.
Of zoals KleineMeid zich gisterenavond vastklemde aan haar prentenboek. Geen knuffel was goed genoeg. Alleen wat Guido Van Genechten uit zijn tekengerei toverde.
Mijn slapende peuter, met een kartonnen prentenboek in haar armen geklemd. Het onmiskenbare bewijs dat ook zij enkele prioriteiten meekreeg via de navelstreng.


Zo, tot snel? Tot later? Ik weet het niet. Ik weet wel dat ik kriebelende schrijfvingers niet wil negeren.

maandag 20 december 2010

Ongeduld
'Hoeveel keer nog slapen?', vraagt hij terwijl hij pakje op pakje in zijn armen stapelt.
'Nog vijf keer', antwoord ik en pluk het ene na het andere cadeautje weer van de toren voor zijn gezicht.
'En dan mag ik alle pakjes opendoen!'.
Het is geen vraag. Het is een bevestiging. Oma's, opa's, tantes, nonkels, beste vrienden en MijnMakkers. Jullie zijn allemaal gewaarschuwd. KleineVent heeft wilde plannen tijdens de kerstdagen. Nog vijf lange dagen verdedigen we wat jullie toekomt en dan is het uit onze handen.

zaterdag 20 november 2010

Het leukste kwartiertje van de dag

... dat is het kwartiertje waar KleineMeid, KleineVent en ik een dekenfort bouwen in KleineVents bed en samen in een boek duiken. Elke week slepen we met ons drie net zoveel prentenboeken mee van de bib naar huis als de lenerspas ons toestaat. En elke avond openen die twee ze als een kostbaar cadeautje. KleineVent bekwaamt zich in het navertellen. Na tweemaal hetzelfde verhaal ontwikkelen wij een voorlees-techniek waar ik de zin begin en KleineVent die feilloos afmaakt. KleineMeid ontdekt dan weer de wereld van de taal. Waar alles eerst nog Da! was, komen er nu opanten, oesen, oeten, warkens en japen.
Samen sluiten ze af met een 'nog een keer' in keer. Of een simpele 'nog' van KleineMeid haar kant. En dat doen we, want mooie dingen moet je veel horen.

Onze favorieten op dit moment?

Tommie en de torenhoge boterham
Carnavalfabet
Sinterklaas
Waar is de taart?

Meer tips en inspiratie vind je hier.

donderdag 28 oktober 2010

donderdag-vraagdag

'Mama? Toen ik in jouw buik zat, waar was Ilke dan?'
En dat om tien na zes met - laat ons eens optimistisch zijn - twee uur ononderbroken slaap.

Over welke waarom-vraag moest jij eens diep nadenken?

maandag 18 oktober 2010

Nadenken
In het bos zijn we gelukkig, KleineVent en ik. Hij door de overvloed van stokken, blaadjes, kastanjes en eikels om op te rapen, paddenstoelen waar kabouters in kunnen wonen en bomen om op te klauteren.
Ik om de frisse lucht, de stilte en mijn grootste al het bovenstaande te zien doen.
De buit van de dag was een stapel stokken. Een stok om mee in het water te slaan, een om bolsters om te draaien, één om een katapult van te maken en een voor zijn allerbeste vriendje. (Want ja, welk bijna vijfjarig jongetje is nu niet blij met een zelf uitgezochte stok?)
Jammer genoeg bleken zelfs mijn armen te kort om alle stokken mee te nemen.
'Je mag er drie uitkiezen', zei ik terwijl ik één van de vijf katapult-stokken door mijn vingers voelde glippen.
KleineVent snelde naar het bankje, ging zitten en drukte zijn vuisten tegen zijn kin.
'Wat ga je doen?', vroeg ik met mijn armen vol stokken.
'Daar moet ik echt eventjes over nadenken.'
18 oktober 2005

Ik keek op de kalender met een vaag gevoel van herkenning. Er was iets met 18 oktober, maar ik kon mijn vinger er niet opleggen. Geen verjaardagen, belangrijke deadline of vergeten vergadering.
Het was iets groot, iets belangrijks - toen.

Mijn blogarchief gaf de oplossing:

Oktober 2005
Om 3u word ik wakker. Klaarwakker. Het soort wakker dat je 's morgens om 6u wenst, niet om 3u 's nachts. Ik draai op mijn rechterzij, rol door op mijn buik en draai even later weer op mijn linkerzij. Lief snurkt net niet en de wekkerradio lijkt vastgelopen op 03:08.
'Ik doe het gewoon', denk ik, maar blijf liggen waar ik lig.
'Ik ga naar beneden en doe het', fluister ik stil in de donkere kamer. Maar opnieuw blijf ik liggen waar ik lig en snurkt Lief net niet.
'Ga naar beneden en doe het', maan ik mezelf aan. Deze keer zwaaien mijn benen wel over de rand van het bed.
In de badkamer grabbel ik de test uit de kast en weeg het doosje in mijn hand.
'Maar als het niets is? Dan is het zo echt niets. Ik wil nog niet weten dat het niets is.' Toch scheur ik het open en peuter het staafje tevoorschijn.

Zwangerschapstesten afwachten blijken op mij dezelfde uitwerking te hebben als enge taferelen op televisie. Ik kan er niet naar kijken. Even hou ik m'n hand voor mijn ogen en gluur tussen m'n vingers door, dan loop ik de badkamer uit.
Ik drink een glas melk,
Aai een verwarde Wiebe,
Voel hoe mijn voeten langzaam bevriezen op de koude keukenvloer,
Blader door de reclameblaadjes die op de tafel liggen,
Pas na tien minuten durf de badkamer inlopen en de test omdraaien: een bijna purperen bolletje.

Voorzichtig glijd ik naast Lief in bed en plooi mezelf tegen zijn rug. Hij verschuift even en begint te snurken.


5 jaar geleden wist ik dat ik voor het eerst mama zou worden.


vrijdag 10 september 2010

Nieuwe vrienden

's Avonds vallen we samen stil onder zijn dekenfort. Weliswaar niet voor de veldslagen in pyjama hijsen en de trap op dirigeren al dan niet roemrijk gewonnen werden. Maar wanneer we ons samen onder zijn burcht van dekens nestelen, verandert alles. De mond die nooit stilstaat, zwijgt. De altijd rusteloze handen liggen zacht en zwaar op mijn been. En dat allemaal door een klein ventje uit een boek te toveren. Pluk, heet hij. Bijna ademloos luistert mijn kleine boekenvriend. Met zijn hoofd op mijn navel en altijd één vinger op de tekening. Langzaam luisteren. Dat leert hij. Dat een boek niet altijd op één twee drie uit is om het dan nog eens te lezen. Hij neemt zijn nieuwe lettervrienden mee in zijn slaap. Anders zou hij me niet fluisterend roepen, wanneer ik ook eindelijk mijn bed induik
'Mama? Nog één keer.'
En dan doen we samen: Prrt...ta-lie-loe!

donderdag 9 september 2010

Groeien

First there was the Newborn: an inscrutable lump who eerily resembled Winston Churchill.
Zo begint het feest van herkenning dat ik een tijdje geleden las bij Lies.
En het bleef hangen. De (te) veelvuldige 'Neen, mama. Ik kan dat alleen'-s zitten daar zeker voor een groot stuk tussen.

maandag 6 september 2010

De dans ontspringen

Of ik ook even mijn boekenkast onder handen wou nemen, vroeg Lief. Ik keek op van de doos vol speelgoed die ik uit alle hoeken van het huis verzameld had. Alles kreeg een prijskaartje voor de rommelmarkt met het motto: 'Daar spelen ze toch niet meer mee'. (En met de pijnlijke knieval na de uitschuiver over een autootje in het achterhoofd, als ik eerlijk ben.)
Die daar, wees Lief. Net op het moment dat er een paperback uit mijn wijnkistjesboekenkast plofte. Onder lichte dwang dirigeerde hij me naar mijn verzameling en liet me daar staan.
Als ik mijn kinderen hun speelgoed kan verkopen, kan ik het ook met boeken, dacht ik en toog aan het sorteren. Een pijnlijk kwartier later had ik een stapel die tot aan mijn knieën kwam en sorteerde ze in een doos om mee te nemen. Ik probeerde ik niet te denken aan de zalige uren in bad, zetel, strand of trein die deze hoop papier met mij gesleten had.
Tevergeefs, want 's avonds smokkelde ik vier boeken terug mee de donkere trap op en schoof ze zachtjes terug in de boekenkast. En ik was niet de enige. Aan het prijskaartje op het autootje te zien dat KleineVent vastklampte in zijn slaap.


woensdag 25 augustus 2010

Windhoos

Als een windhoos waai je door de dag. Met een gier en een zwiep gooi je jezelf uit bed.
Je blaast soms luid en scherp - zo erg dat onze oren mee suizen. Andere keren rommel je op de achtergrond. Je wurmt je door de kleinste kieren en laat een spoor speelgoed in je kielzog achter.
Je waait en zwiept over de zetels, op de kasten. Je flappert nadrukkelijk aan onze kleren. In ons haar.

Je staat niet stil. Je gaat nooit liggen en kan niet luwen.

Alleen wanneer je slaapt, is alle beweging uit je. Ben je zacht en warm.
En zelfs dan nog, blijft er een handje flapperen. Als die tak die altijd tegen het raam tikt.

maandag 2 augustus 2010

Vakantie

met een perzikdief en een nijlpaardnapper.
Wie denkt er dan nog aan schrijven?






vrijdag 18 juni 2010

4

Dit exemplaar is vier.

4 jaar
48 maand
1460 dagen
35040 uren

Ik ga er maar even voor zitten en kijken hoe hij samen met de tijd voorbij zoeft. 

donderdag 17 juni 2010

DonderdagVraagdag #12

Steunend onder de mand met koekjes liep hij de kleuterzaal in. Vriendjes dansten om hem en zijn traktatie heen en hij speelde het glunderende middelpunt.
Een middelpunt dat het wel wat moeilijk had om rugzak en trui aan het haakje te hangen, zo vergroeid met een mand vol koekjes.
'Geef maar even, dan kun je jouw trui uitdoen', bood ik aan.
'Neen mama, dat kan ik nu allemaal zelf. Nu ben ik groot!', weerlegde mijn kleuter ter hoogte van mijn heup.


En , wie was verantwoordelijk voor jou eerste glimlach vandaag? 

dinsdag 15 juni 2010

Wachten

Vier jaar geleden keek op de kalender en streepte het laatste hokje weg. Ik nestelde me in de zetel en keek naar mijn buik. 'Doe maar', maande ik de kleine eilandbewoner aan. 'Kom maar', het is tijd.
12 juni had de dokter beloofd. En gezien hij mijn groeiende buik steeds van deskundig commentaar voorzag, geloofde ik em rotsvast. Ik gaf em nog drie dagen speling, maar de 15e was mijn uiterste deadline.

Nu vier jaar later ben ik ervan overtuigd. Ik was niet overtijd. KleineVent was toen al gewoon koppig...

vrijdag 28 mei 2010

Tolk

Wanneer KleineMeid gefrustreerd tegen de grenzen van haar beperkte woordenschat aanbotst, vertaalt de KleineVent des huizes gewillig.
En dat gaat dan ongeveer zo:
'Uhuhu. Da!'
'Zus wil haar flesje en dan haar tut.'
Maar evengoed zo:
'NanananaNA!
'Zus wil dat ik nog een koekje krijg'

Ik weet nu al wie het deksel op zijn neus zal krijgen wanneer KleineMeid de wondere wereld van uitgebreide woordenschat ontdekt.

vrijdag 21 mei 2010

Vakantie-in-een-flesje

Al drie dagen klinkt het door onze gangen: Een echte zeeman ruikt naar zee. En zotte vis. En zotte vis. Want KleineVent en ik, hadden een date. Samen met Kapitein Winokio. Meer is er voor mij niet nodig om in dat flesje te kruipen. U weet wel, dat vakantie-in-een-flesje-gevoel-flesje. Blote tenen in het gras. Lekker zonnetje. Dàt flesje.
Dus doken we samen de spiegeltent in. KleineVent en ik. Samen met Kapitein Winokio. We zaten op de kussens en wachtten. Hij op Kapitein Winokio. Ik op het moment. Dat moment dat zijn ogen groot werden, zijn mond een beetje openviel en hij alles en iedereen rond zich vergeten zich liet meenemen door de Kapitein.
Op dat moment leunde ik achteruit en bekeek die kleine zingende, roeiende en genietende meter kleuter en dook helemaal in het flesje.

maandag 3 mei 2010

Lieve KleineVent,

Die brocolli of dat boontje dat je niet lust. Je kunt daar veel mee doen. Geloof me. Ik was (en ben soms nog wat ouders met een zucht een slechte eter noemen. Wat dat betreft is je appeltje nooit ver van de boom gevallen. Maar je hoeft datgene wat je niet lust echt niet elke keer met ware doodsverachting door de kamer te gooien.
Er zijn heel wat manieren. Creatiever, niet zo doorzichtig, grappiger.
Moffel ze op het bord van je zus (die eet toch alles).
Smokkel ze terug in de potten op tafel.
Plooi ze in je serviet. Een vuilnisbak is nooit ver weg.
Snij en schuif totdat het niet zo meer opvalt dat je niets gegeten hebt.
Want eerlijk waar, KleineVent, ik ben het doodmoe om boontjes uit de gordijnen te plukken.

vrijdag 9 april 2010

Ik kan wat hysterisch worden over jeugdsentiment, ja!

‘En hij wou enkel mee als hij met de poppenwagen mocht rijden.’
‘Je bedoelt de buggy’
‘Neen de poppenwagen.'
‘Mijn poppenwagen? De poppenwagen die mijn opa voor mij maakte toen ik drie was? Waar ik mijn hele jonge leven mee gespeeld heb? Waar ik GroteKleineBroer nog ingepropt heb toen die acht maand was?’
‘Euhm, ja die.’
‘En waar naar buiten? Gewoon naar de bakker en terug?’
‘Ja, maar het was zo’n mooi weer dat we nog naar de hertjes gewandeld zijn en daarna nog even op het speelplein.’
‘Maar er is niets aan de poppenwagen.’
‘Neen, die zit gewoon een beetje onder het zand. De verf is wel van de wieltjes, dat rechterwieltje wiebelt een beetje en het kapje is een beetje gescheurd, maar dat was al… toch?’