Posts tonen met het label sei-zoen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label sei-zoen. Alle posts tonen

donderdag 11 juni 2015

Boterhammen in het zand

Vorige week:
De zon is als een gek aan het stralen. Ik voel weinig voor boterhammen aan een witte tafel in een TL-verlicht lokaal, maar ben blijkbaar de enige die het zonde vind om binnen te blijven zitten. Toch gris ik een oud tafellaken uit de kast en stap de twee minuten die het duurt voor ik met mijn tenen in het zand sta.
In je eentje zijn twee boterhammen en een appel gauw verslonden, maar ik laat de e-reader in mijn schoudertas zitten. In plaats daarvan leun ik achterover en kijk naar de rode vlekken die de zon op mijn gesloten ogen tekent.

Deze middag:
De zon doet opnieuw haar best. Ik nodig de aanwezige collega's uit voor een date met het oude tafellaken en het zand. En tot mijn grote verrassing lijkt het zand een minder groot obstakel dan de week ervoor. We passen net samen op het oud tafellaken. Alle schoenen gaan uit en we kijken mensen, meeuwen en golven.

'Boterhammen in het zand', wat mij betreft dagelijks terugkerend gebeuren.

woensdag 22 april 2015

De eeuwige starter

Twee jaar geleden zei de spier in mijn rechterkuit *knap*. Op drie kilometer van ons huis liet mijn been me enkel nog de mogelijkheid om te kruipen. Natuurlijk net die keer dat ik ging gaan lopen zonder telefoon, waardoor ik ze ook effectief kroop ... die drie kilometer.
Om daarna de rest van het jaar niet meer te lopen.

Vorig jaar ontdekte ik dat Evy ook in app-vorm te verkrijgen was en ik gaf haar een onderkomen in mijn telefoon. We werden een hecht duo. Ze loodste me in no time naar de laatste les en al gauw draafde ik rondjes zonder haar hulp. Gewoon goeie muziek in mijn oren en gaan...
Op één van die zomeravonden - op een halve kilometer van huis - voelde ik weer die *knap*. Ik vloekte hartgrondig. Niet om de pijn, niet om het feit dat ik een halve kilometer moest kruipen. Maar omdat ik ze in rook zag opgaan, mijn ontspannen rondjes in de valavond. Mijn halfuurtjes met enkel benen en een leeg hoofd.
Ik probeerde nog een aantal keer halfslachtig, maar iedere keer na nog geen vierhonderd meter voelde ik mijn kuitspier aanspannen en was daar weer die zweepslag op mijn spieren. De loopschoenen vlogen terug naar hun donker hoekje.

'Gaan we anders eens weer een toertje lopen', vroeg zij die regelmatig baantjes naast mij trekt in het zwembad op een mooie winterdag. De zonsondergang kleurde de ramen van het zwembad goud-oranje en plots snakte ik weer naar de weilanden en frisse lucht in plaats van zwembadtegeltjes en chloorgeuren. Ik diepte mijn loopschoenen op en keek of Evy nog leefde, daar in de krochten van mijn telefoon. En begon opnieuw, voor de zoveelste keer.

Altijd terug naar het eerste leerjaar van de loopschool, met een schooljaar dat loopt van maart tot november. Zo voelt het toch. Mijn lijf lijkt keer op keer vergeten te zijn dat het dat kan. Een half uur lopen. Na vijf minuten doet alles pijn en is er geen adem meer over. Maar ik loop. Elke keer een beetje langer en elke keer een beetje minder bang voor de *knap*.

dinsdag 2 september 2014

#kruimelssummer

Op 1 september kaft ik boeken. Snor ik doosjes op waar er letters en cijfers in bewaard moeten worden. Diep ik turnzakken op en vul een stortvloed aan schoolbriefjes in.
Op 2 september valt mijn kwartje eindelijk. De zomer (lees vakantie) is voorbij. De herinneringen beginnen al aan de randjes op te krullen en te rafelen. Nadat de kroost mooi op tijd richting bed gestuurd werd (dat dan wel weer) diep ik ze op en kijk genietend terug. 

Druk aan het werk aan zijn eigen Minion-leger

Uitwaaien

View beats rain, toen wel nog. De dag nadien gleden we net onze berg niet af door overvloedige regen. 

Het kan altijd nog iets schever

Beste verjaardagscadeau ooit! Ook het hangmatgezelschap viel mee. 

Zoek de kroost

Campingkeuken

Zij zoeken de schatten

heel veel schatten 
en ik bewaak ze

Zelfs op de koudste augustusdagen blijft dit herfstkind volharden met blote armen, benen en voeten. 

Elk nadeel heeft zijn voordeel. Veel regen betekent ook veel regenbogen. 

maandag 6 januari 2014

Het pootjelap (*) van de winter…

Zolang de kerstboom er staat is alles peis en vree. Laat maar komen die lichtjes, korte dagen en lange donkere nachten. Gooi er gerust wat sneeuw bovenop. Wij kruipen wel nog wat dichter tegen de kachel aan. Neen, die zoveelste plensbui deert ons niet, er zijn boeken en gezelschapspelletjes.

Maar eenmaal Kerst zijn hielen gelicht heeft en ook het nieuwe jaar verwelkomd werd, keert het gemoed. Steevast.
Weg met glitter en kleine twinkellichtjes. Weg met kaarsen en tv-dekentjes.
Licht en zon willen we. Lang en veel.

Of om het met de woorden van mijn dochter te zeggen.
‘Mag ik mijn badpak aandoen?’ als antwoord op de vraag ‘Ga je mee naar het strand?’

(*)

vrijdag 3 januari 2014

Wat ik je wens

Een mooi en bovenal gezond 2014.
Met klein geluk elke dag.

vrijdag 22 november 2013

De gewraakte adventskalender

Soms is Internet gewoon niet goed voor mij.
Als ik op Pinterest bijvoorbeeld zie hoe er half oktober al prentjes van adventskalenders opduiken, dan pin ik driftig mee. Want, wees nu eerlijk, 1 december is nog lichtjaren van ons verwijderd en ik heb nog zeeën van tijd om na te denken of ik nu een eigen huisje met 25 vakjes ineen knutsel, dan wel een stoffen slinger van 25 kerstboompjes naai.
Jammer genoeg strookt mijn tijdsbesef niet altijd met het actuele verloop van de tijd. Meestal krijgt de vibe van de verschillende seizoensfeesten mij maar goed en wel te pakken de avond voor het daadwerkelijke feest. Kom bij mij niet aan met pompoenen op 29 oktober. Het duurt nog eeuwen voor het Halloween is. De Sint half november? Komaan, wie is daar nu al mee bezig?
En terwijl ik nog volop in ontkenning ben dat de Sint er ook dit jaar daadwerkelijk aankomt, duiken er op Pinterest ondertussen geen plaatjes meer op van adventskalenders. Wel van mooi gedekte kersttafels en outfits voor oudejaar.

En dat doet een alarmbelletje rinkelen. Ging ik dit jaar geen adventskalender knutselen? Zo'n mooi en duurzaam iets, dat jaren zou meegaan. Al het plezier van elke morgen een pakje of deurtje te openen, minus het nadeel van de muffe chocolaatjes die doorgaans in de versies zitten die in de winkel te krijgen zijn. Dus ga ik ietwat paniekerig aan de slag.

Pas na vier pogingen heb ik iets in mijn handen dat lijkt op een stoffen kerstboompje en daar alleen deed ik een hele avond over. De timemanager in mijn schrapt dit plan. De praktische ziel in mij stapt over op een papieren bouwpakket dat enkel printen, knippen, plakken en vullen behelst. Alleen is de inkt in de printer op.

Net voor het Internet een grote trap wil verkopen, redt het zichzelf. Wanneer ik Instagramgewijs een mooie huisjeskalender zie voorbijkomen, met hervulbare vakjes gewoon te koop bij Hema. Helemaal wanneer ik besef dat het ding minder kost dan al de stof, lijm, papier en glitters die ik naar de filistijnen aan het helpen ben met mijn beperkt knutseltalent. En wanneer blijkt dat het ding herbruikbaar is voor heel wat komende jaren doe ik gewoon van klik, betaal en wachten tot ze leveren.

Op dat moment kan ik het Internet opnieuw kussen.
Nadat ik de resten van enkele mislukte knutselwerken in de vuilnisbak geveegd heb, that is.

maandag 21 oktober 2013

Wat ik mis...

Ik ben de eerste om toe te geven dat de dekentjes, het haardvuur, het kaarslicht en de (nog eventjes) kerstlichtjes bijzonder fijn zijn. Maar wat ik het meeste mis in de herfst en de winter is het licht.
Op een doordeweekse werkdag zit ik in een bureau dat best een streepje Tl-licht extra kan gebruiken. Tegenwoordig vertrek ik naar het werk als het nog donker is en kom pas terug als het begint te schemeren. Mijn dagelijkse portie buitenlucht is schrikbarend klein.

In het weekend wil ik dus naar buiten omdat de decibels die mijn kroost produceert daar minder luid klinken, omdat geurkaarsen niet op kunnen tegen frisse lucht. Omdat ik het beu ben om op een muur te kijken. Omdat ik mijn huid wil voelen gloeien van de wind, maar vooral om mijn gezicht naar de zon te richten.


 
Ik hartje zon door de bomen.

donderdag 12 september 2013

De volgende keer meet ik haar voeten op en ga ik alleen

'Wat denk je van deze?', probeer ik.
Mijn jongste staat voor de schoenenspiegel en weigert zelfs op te kijken.
In haar handen klemt ze een paar sneakers. Knalroze compleet met glitters en lovertjesbloemen en zwarte veters waar zilverdraad door geweven is.
Gemaakt om een vierjarig hartje sneller te doen kloppen.
Gemaakt om een moeder een kleine hartverzakking te geven.
Ik zwaai met een paar guitige campers. Roze, kijk, zo ver ben ik bereid te gaan om die glitterschoenen terug op het rek te krijgen.
Mijn jongste streelt de bloemetjes en wurmt zich uit haar sandalen.
Ik lijn een heel arsenaal aan laarsjes op. Van groen over paars tot geel. Ergens staat zelf een klein K3-logo op. Zo ver ben ik bereid te gaan.
Mijn jongste houdt de zilveren veter voor haar ogen en ooh en aaht.
Ik zwaai met een rood laarsje. Zelfs deze niet? Zelfs niet in jouw lievelingskleur?
Verveeld kijkt ze op en plots worden haar ogen zo groot als schoteltjes. De knalroze schoen bonkt op de grond en ze grijpt naar het laarsje.
'Oh, met klakjes. Net zoals jouw mama-schoenen.'
Ik kijk nog eens goed naar het schoentje. Onderaan de zool plakt iets wat in de ogen van een vierjarige voor een hakje kan doorgaan. In mijn hoofd dank ik op mijn blote knieën deze schoenenfabrikant en sleur mijn grut mee naar de kassa. Voor haar oog valt op een ander schoeisel dat glitter in de veters heeft of -godbetert- lichtjes in de schoenzolen.

maandag 18 februari 2013

tuin

'Of ze in de tuin mochten spelen.'

Ik wist niet wat ik hoorde. In de zomer is mijn kroost niet uit die streep groen achter ons huis te slaan. In de winter voelen ze er net zoveel voor als ik. Totaal niets. Want sinds de tuin een bouwput werd, is er weinig ondernomen om het proces om te keren. In de zomer blijkt dat nog wel fun. Stenen opgraven en kunnen uitvreten wat je wilt want geen moeder die gaat brullen. In de winter is het gewoon een troostloos zootje.
Er staat wat gras, als je goed kijkt. En ook wat planten, al is daar in dit jaargetijde weinig van te merken en vraag ik me ook ten zeerste af welke van de planten we in de lente opnieuw mogen begroeten en welke we ten grave zullen moeten dragen.  Er is vooral veel modder, slijk en prut.
De aversie werd zo groot dat het in donkere wintertijden, in het heetst van de strijd, soms zelfs een argument werd: 'of wil je liever een beetje gaan buitenspelen.' In geval van speelgoed niet opruimen, record broer/zuszitten of haartrekken verbeteren, om maar iets te noemen. Dat wilden ze niet. En zo raakte speelgoed toch opgeruimd of werd de broer/zus voor een kussen ingeruild.
Maar goed, ze wilden dus buitenspelen. Uitgedost met laarzen en speeljassen werden ze losgelaten in de modderpoel achter ons huis. En ik telde in mijn hoofd tot tien, er vast van overtuigd dat er in die tijdsspanne twee gezichtjes aan het raam zouden verschijnen.
Ik telde tot tien. Toen tot twintig. Toen tot honderd. Daarna ging ik koffiezetten en las mijn boek. Vier hoofdstukken later ben ik even gaan kijken of ze nog niet vastgezogen zaten in de modder. Dat zou de stilte verklaren. Bleek dat moddersoep en takjesgebak dat ook verklaren.
Ik dronk nog een tas koffie, las mijn boek uit en hoorde kort daarna een kindervuist op het raam roffelen.
Ik heb mijn ogen dichtgeknepen en ze linea recta in de badkuip geplonsd.
Gelukkig voor hen wisten ze  zich in de tussentijd nog uit hun modderkleren te wurmen.

maandag 21 januari 2013

"Ik denk dat we nog geen wintersportvakantie moeten boeken"

Ingepakt van kleine teen tot wenkbrauwen pootten we onze kroost neer op de slee. Terwijl de sneeuw nog neerdwarrelde trokken we een spoor van ons huis tot aan de molens waar de helft van de stad joelend afdalingen maakte op slee en andere winterattributen.
De oudste nam het sleetouw over en holde de helling op, terwijl de jongste wat vertwijfeld keek naar de veelkleurige, glijdende massa. Na de eerste afdaling was ze in tranen, na de tweede volgde ook het snot en snikken.
'Vind je het niet leuk?'
*hevig snikkend * 'Ja-wheeeel!'
'Waarom huil je dan?'
'Die sneeuw doet koud aan mijn wangen. Ik wil naar huis.'
Ze had haar armen over elkaar geslagen, ware ze niet te warm en te dik ingepakt in truien, jassen en sjaals. Er is geen lievemoederen aan een vierjarige met wintertenen en angst voor sneeuwvlokjes, dus hees ik de anti-sneeuwactivist op mijn rug en ploeterde door de sneeuw terug naar huis.
Een uur later viel Lief met KleineVent het huis binnen. De grootste met rode wangen van het sleetrekken, de kleinste met blauwe lippen en twinkelende ogen.
KleineMeid was net in slaap gesukkeld, aan me vast geklemd, snikkend over koude wangen, vingers en tenen.
"Ik denk dat we nog geen wintersportvakantie moeten boeken", mompelde ik.

dinsdag 15 januari 2013

Ochtendmuziek

 
 
In plaats van mijn kinderen op de slee neer te poten, kroop ik extra vroeg achter het stuur en kroop ik samen met een lange sliert auto's richting de oprit. Ik hield mijn tanden netjes weg van mijn stuur. Ik hield mijn vocabulaire scheldwoorden dicht en sloot alle frustraties op in mijn kleine teen. Het sneeuwlandschap rondom me werd omgevormd tot bruine drab. Ik richte mijn blik op de takken vol ongerepte sneeuw en dacht niet aan de klok.
Ik reed en zou wel zien wanneer ik er zou raken.




Met dank aan Siska voor de fantastische soundtrack bij het fileschuiven.

woensdag 9 januari 2013

Donderstenen

Ik denk dat ik op maandag 7 januari wat onderuitgezakt aan mijn computer zat. Mijn mailbox liep alarmerend snel vol met mails. Er lag een aanzienlijke stapel te openen post, maar in plaats van mijn mouwen op te stropen en te kijken wat voor nieuws er zat tussen de 386 ongelezen berichten vouwde ik mijn handen om mijn warme koffiemok en keek naar buiten.

'Luister', zei ik tegen mezelf. 'Hoor je dat? Niets, absoluut niets. Geen ge-MAMAAAAAA! Geen gehuil, gejen, geduw en gesar.' Ik sloot mijn ogen en ademde diep in en uit.
Het was een volle veertiendaagse, die vakantie die rond Kerst en Nieuw plakt.
Ik ben niet uitgerust.
Ik ben niet uitgeslapen.
Ik ben zo mogelijk nog vermoeider dan voor de vakantie.
Twee donderstenen zitten daar voor een groot stuk tussen. Alle vakantieplannen en activiteiten ten spijt waren mijn kinderen twee magneten die in een mum van tijd aan elkaar plakken om dan stevig te knetteren. Kampen werden aangevallen en verwoest. Tekeningen verscheurd, knikkerbanen gesloopt en treinbanen verbouwd. Was de één vertrokken in zijn spel, marcheerde de ander er ostentatief door. Broers en zussen werden meermaals levende zitkussens, stootkussens en stormrammen. Op de tiende dag gingen mijn nekharen al bij de eerste gebrulde 'aanvalleuh'  (6.10 u.) rechtstaan.

Het deed dus deugd, dat eerste uur voor mijn beeldscherm en 's avonds kon ik eerste (en volgende) gebrulde 'aanvalleuh' opnieuw de baas. Een lichtgewicht van 1m14 vang ik zo op in mijn armen en keer ik moeiteloos enkele keren om. Die puf en zin krijg ik dan ook weer van een computer vol onbeantwoorde mails en iets teveel koffie.


.


woensdag 26 december 2012

Donkere, stille dagen

De eerste dagen waar het leven zich voornamelijk afspeelt aan tafel en tussen pakpapier zijn voorbij. We hebben al bubbels getoost, gepraat en gelachen.
Straks doen we het nog eens. Maar voor nu hullen we ons even in de schaduw van de donkere, stille dagen tussen kerst en nieuw. Ik hoop op wat rust, frisse lucht en simpelweg samen zijn.

maandag 12 november 2012

Oranje, rood, bruin

Op weg naar nog maar eens iets voor het werk zie ik hoe mooi de bomen tonen dat het echt herfst is. Rood, oranje en bruin versmelten samen tot een streling voor het oog tegen een lichtblauwe lucht.
'Wandel onder ons', ritselen de bomen me toe.
'Luister naar ons gekraak', dwarrelen de bladeren in de lucht.
Ik knars met mijn tanden, knijp wat harder in mijn stuur en zie op de klok dat ik nog een kwartier heb om op tijd te raken waar ik moet zijn op een veel te mooie zondagmorgen.

Ik verlang naar een stevige herfstbries die mijn agenda wat leegblaast.

vrijdag 9 november 2012

Zacht

Hoe langer de ochtenden veel te vroeg beginnen, hoe zachter mijn matras voelt.
Hoe eerder mijn dochter aan de slaapkamerdeur piept 'Is het opstaantijd?', hoe zwaarder mijn hoofd op mijn kussen weegt.
Hoe vroeger mijn zoon me wakker kust, des te warmer omhuld mijn dubbel dekbed me.

Nog enkele dagen zoals de afgelopen twee weken en ik overweeg een winterslaap.

dinsdag 30 oktober 2012

Mandarijnen

Van de tweemaal twee kilo die we eergisteren nog kochten, liggen nog drie exemplaren samengetroept in een veel te grote kom. Sinds KleineMeid zelf op de stoel kan klimmen om tot bij de fruitmand te komen én zelf een mandarijn kan pellen is 'mag ik een mandarijn?' eerder een retorische vraag. Toch gezien het feit dat ze het vraagt met een mond vol mandarijnenbilletjes en een hoopje oranje schillen aan haar voeten.
'Ik heb honger in mijn buik, mag ik een mandarijn?' fleemde ze in het krieken van deze ochtend.
'Ja, maar eentje. Ik wil ook graag nog een mandarijn.'
'Oké dan.' Ze klimt op de stoel, plukt twee exemplaren uit de fruitmand en duwt er eentje in mijn hand. Ik eet de mijne op en zodra ik merk dat KleineMeid aan de overkant van de keukentafel opgaat in het wegpulken van de witte velletjes, gris ik snel de laatste mandarijn uit de mand en moffel deze weg in mijn werktas.
'Mag ik wog een madawijn?' vraagt KleineMeid met een mond vol.
'Ze zijn op', gebaar ik.
'Neen, ew wawen ew dwie', mompelt ze boos.
'Ze zijn op', gebaar ik nog eens.
KleineMeid pikt het niet en marcheert doelbewust naar mijn tas. Na wat gerommel mijn agenda en laptop komt ze weer boven water met een haar vondst.
'Hier is nog een mandarijn!', juicht ze triomfantelijk en plant haar duim in de oranje schil.
Morrend keil ik dan maar een appel in mijn tas.

vrijdag 14 september 2012

Trucje

De herfst kan het ook. Ik wil me rond mijn mok koffie vouwen, geef mezelf op mijn kop omdat ik sandalen aanheb en sjor het lichte truitje tegen beter weten in nog wat dichter tegen me aan.
Als ik mijn ogen sluit hoor ik de wind waaien, ruik ik de geur van een herfstregenbui en voel ik bladeren knisperen onder mijn voeten.

Ik verlang naar een dekentje, een zetel, wat kussens en mijn boek.
Herfst, zomaar - boeink - op mijn hoofd deze middag.

vrijdag 24 augustus 2012

Vasthouden

Al twee weken worden we weer stipt op het werk verwacht. De weken van uitslapen, rondlummelen op blote voeten, alles wat onmisbaar is in de auto stouwen en naar het zuiden rijden, ... is voorbij. De kleinsten fladderen ondertussen van grootouders, naar opvang, naar sportkamp. 'Nog een beetje vakantie, maar geen echte vakantie meer', vindt KleineVent.

Het gevoel van ontbijten aan de tent met zicht op water en bos ligt nog te dicht bij om een mooie herinnering te zijn. Voorlopig voelt het vooral als gemis. Dus broeden we op een dessert. Een vakantie-uitsmijter. We nemen de agenda's erbij en kruisen half september aan. En stiekem kruisen we onze vingers voor mooie weer.

De vakantie is nog niet voorbij. En dat gevoel is bijna zo troostend als na een geweldig feestje bij het licht van de koelkast nog snel een stukje taart binnenspelen.

maandag 13 augustus 2012

Wens

Op zijn knieën kroop hij door het gras van de picknickweide. Hij plukte een uitgebloeide paardebloem, kneep zijn ogen dicht en blies zijn wangen bol. Met een 'pffffffrrrrr' vlogen de pluisjes alle kanten op. Hij keek ze na tot ze niet meer te zien waren en plukte een volgende uitgebloeide paardebloem en nog één en nog één.
'Mama, als je alle pluisjes in één keer wegblaast mag je een wens doen.Niet?'
'Ik denk het wel, ventje.'
'Ik wens steeds hetzelfde. Zo zal mijn wens zeker uitkomen.'
'En wat heb jij dan gewenst?'
'Dat het altijd vakantie blijft zodat we elke dag de hele dag bij elkaar zijn.'

Hij kruipt verder op zoek naar de volgende paardebloem.
Ik kijk hem na. Zijn benen gebruind door de zon, zijn blonde strohaar, zwarte blote voeten en rouwrandjes onder zijn nagels.

Zoekend kijk ik rondom me. Staat er hier nergens een uitgebloeide paardebloem.
Want misschien...
als ik heel hard blaas en heel hard wens....

vrijdag 22 juni 2012

De héhé
(met dank aan Marie voor de woorden)


Gisteren zat ik op een boot, aangemeerd ergens in een uithoek in de Westhoek (een beetje een tautologie, zo).
De regenwolken waren een provincie verder hun ding gaan doen, de zon scheen, ik had een glas wijn in mijn hand en leunde tegen de reling van de boot. Blote voeten, wind en het geluid van klotsend water. En ergens op mijn tong proefde ik het begin van het héhé-gevoel dat Marie vorig jaar zo treffend omschreef.

Vorig jaar zag ik hem niet, mijn héhé-gevoel. Nooit had ik het gevoel dat het echt vakantie was. Vakantie waarin ik alles kon loslaten en gewoon genieten. Er waren bbq's geweest, boeken waar ik verdwenen was, af en toe wat zon, maar daarboven hing altijd het grote to-do punt 'de verbouwing'. Elke grijze kampeerdag moest ik mezelf wat bijeenrapen en overstappen op het regenprogramma.

Daar op die boot in de Westhoek heb ik hem even op zijn schouder getikt en verteld dat ik hem mis. Want ik wil met Lief en kinderen terug naar die boot. Ik verlang naar zon, zand en zonsondergangen. Ik heb boeken nodig. Boeken die buiten gelezen worden, tot het te donker is om te lezen. Ik verlang naar waterdruppels op beweeglijke kinderlijven. Ik wil zand van tussen tenen borstelen, bruine benen insmeren met zonnecréme. Ik wil een zak vullen met het hoogstnoodzakelijke voor de dag en erop uit trekken. Ik wil twee paar kinderogen zien dichtvallen in de auto en dan luisteren naar deze meneer. Ik verlang naar avonden met vrienden en een nasmeulende bbq. Ik wil dansen in de buitenlucht, op de fiets springen om nog een ijsje te halen, gras tussen mijn tenen voelen.

Ik wil geen date met mijn héhé-gevoel. Ik kijk uit naar het moment dat hij hier staat met zijn koffertje, klaar om een hele zomer bij ons te blijven, want ik mis hem.