Posts tonen met het label groeien. Alle posts tonen
Posts tonen met het label groeien. Alle posts tonen

vrijdag 30 september 2022

Opgeruimde woorden

 De eerste herfstbries blies ons de kelder in. De plek waar we de afgelopen jaren alles wat elders in het huis in de weg stond lieten vallen op een steeds groter wordende berg spullen. Uit het oog, uit het hart. Of zoiets. 

Want samen met de eerste herfstbries werd er stof geblazen van het plan om op de jaarlijkse rommelmarkt ons dekentje uit te gooien. En daarvoor was een stevige sorteerronde nodig: rommelmarkt - kringwinkel - containerpark - verkopen - bewaren. 

Opruimen voelt als de tijd even uitrekken en dan weer opvouwen. Duploblokken die jaren geleden dagelijks de vloer kleurden, nu als een grote brij in de plastieken bak. Barbiepoppen in twijfelachtige kledingcombinaties boven elkaar gepropt in vier schoendozen. Het kapot gespeelde Monopolyspel (nooit meer!), uitgedroogde playdoh klei (in elk potje hetzelfde onbestemde bruin) en boeken die door het boekenrek werden uitgespuwd. 

We sorteren, ruimen op en sleuren dozen en bakken naar boven voor een enkeltje kringwinkel - containerpark. Laag na laag trekken we de herinneringen van de spullen af en sorteren we wat het houden waard is. Playmobilpoppetjes, kindertekeningen en oude rapportjes. 

Ik delf de twee bananendozen op die ik al achter me aan sleep sinds mijn 18e. Dozen propvol gestouwd met schriften, notitieboeken en dagboeken. Van het knalroze exemplaar met wankele achtjarige hanenpootjes: 'lief dagboek, vandaag gingen we naar de dierentuin' tot exemplaren waar er tientallen pagina's uitgescheurd zijn, geen flauw idee meer waarom.
Duizenden woorden, neergekrabbeld. Stapels papier die grote en kleine dromen, honderden soorten verdriet en al lang vergeten anekdotes bewaren.  

Ik schuif ze in een hoekje - omringd met de bakken duplo en het loopfietsje waar ik geen afstand van wil doen - en schrijf met grote letters op de doos. Bewaren!

woensdag 15 december 2021

Over tijdperken


Bij (opnieuw) gebrek aan enige vorm van woon-werk verkeer – tenzij je die tien stappen van en naar het tuinbureau meetelt – loop ik elke morgen een rondje van voordeur naar voordeur met een omweg via de velden.

De lucht verkleurt deze dagen langzaam van inktzwart naar diepblauw. Het is de tijd van het jaar waar ik op ben voor de zon en al lang aan het werk ben wanneer zij zich met een gouden oranje geeuw uitrekt aan de horizon.

Het ommetje voert elke dag ook opnieuw langs de crèche en basisschool van de kroost. Of wat ooit hun crèche en basisschool was. Elke morgen kruis ik een stoet ouders die dik ingepakte peuters en kleuters uit auto- en fietsstoeltjes hijst en belanden met rugzakjes hun kroost afzet in de opvang.

Hoezo is dit tijdperk al voorbij? Het tijdperk van afzetten en ophalen. Maar ook van kleine handjes die bijna verdwijnen in mijn hand. Van op je knieën zakken voor de laatste dikke knuffel.

Tegenwoordig bestaat mijn taak er ’s morgens slechts in de twee pubers tijdig op hun fiets richting school te krijgen. En zelfs daarover bestaat discussie in de rangen.  Nog even en ze geven moeiteloos een kus op mijn kruin zonder zelfs op hun tenen te staan.

Ik dwars het plein voor de kerk. Het baantje dat ik duizenden keren liep. Met een peuter die het woord haast nog niet in zijn woordenboek staan had (en nu ik erbij nadenk, als puber nog steeds niet). Met een kleuter die honderduit kwebbelde. Twee fietsjes achterna hollend, zwaar gehinderd door boekentasjes en turnzakken die tegen mijn benen sloegen.
Mijn armen herinneren zich nog het vertrouwde gewicht van het kind dat te moe was om naar huis te stappen, twee handjes die zich in elkaar vouwden onderaan mijn nek.

De lucht is ijsblauw. De zon drukte duidelijk nog even op de snooze-knop en hier op het baantje dat het plein voor de kerk dwarst, besef ik. Al die versies van hen lopen voor altijd met mij mee (of fietsen met een rotvaart voor me uit)

 

dinsdag 25 februari 2020

Voorzichtig!

Er moet appeltaart gebakken worden. Alleen.
Daarvoor moeten boodschappen gedaan worden. Bij voorkeur ook alleen.
Ja, die twee drukke kruispunten en grote winkel tackelt ze wel. Alleen.

De 11jarige die naar boven gestuurd wordt om sokken te halen en steevast terug beneden staat met lege handen en geen flauw idee waarom ze de trappen beklom, fikst dat wel even. Alleen.

In de memo die ik kreeg bij hun geboorte stond niet wat ik moest doen wanneer ze zich vrolijk zwaaiend op de fiets hesen en wild slingerend de straat uitreden. (Tussen ons gezegd en gezwegen: in die memo stond eigenlijk bitter weinig aan nuttige informatie.)  
Maar de ervaring leerde me al dat haar nakijken en ‘Pas op, hé!’ of ‘Voorzichtig zijn!’ roepen niet geapprecieerd word.

Ik laat haar buiten – onder het mom van de deur goed terug in het slot te trekken – en kijk hoe ze vrolijk zwaaiend en wild slingerend de baan oprijdt. Vanuit mijn buik borrelt het op. Ik voel het woord achter op mijn tong en merk hoe mijn mond de eerste letter al vormt. Wanneer ik de V op mijn lippen voel, druk ik mijn tanden op elkaar en slik de onuitgesproken ‘voorzichtig’ in.

Ze kan het. Alleen.

zaterdag 15 februari 2020

(On)nodig

'Je doet weer je mama-arm', klinkt het vanop de passagierszetel.
Vragend kijk ik mijn tiener aan. 'Mama-arm?'
'Ja, altijd als je moet remmen, bijvoorbeeld aan het rode licht, hou jij je arm voor me.'
Hij tikt op mijn pols die ik nog steeds voor zijn buik hou, terwijl we wachten tot het weer groen wordt.
'Eigenlijk is dat niet nodig, hé', mompelt hij. 'Ik heb mijn gordel aan.'
'Klopt', knik ik. 'Met die gordel ga jij nergens heen.' Mijn arm plooit terug en mijn vingers vinden de versnellingspook terug.
'En toch vind ik het leuk wanneer je dat doet', mompelt hij.

donderdag 6 december 2018

Pepernoten




Ik trek een stukje deeg uit de bruine homp voor me, rol een balletje en leg het in de rij die op het bakblik pepernoot per pepernoot aangroeit.

De Sintbelievers zijn op ten huize Kruimel. Geen speelgoedboekjes meer die verwachtingsvol aan flarden geknipt werden . Geen brieven meer opsturen  naar 'Sinterklaas, Hemelstraat 7, Spanje.' Geen kindjes meer die verwachtingsvol een wortel, prei en aardappel in hun schoen propten. (stel je voor dat het paard echt grote honger had) 

Eerlijk. Ik vond het maar niets. Ja, ik mocht Kniktieklaas wel nog eens door de woonkamer laten galmen. Maar dan moest ik de gelaten glimlach en de vraag of Skibidi na dit liedje mocht erbij nemen.

Dus bak ik pepernoten. Een stuk Sintnostalgie dat nog getolereerd wordt. De jongste - die nooit een kans om beslag te eten laat schieten - trekt een stoel bij en rolt mee. Samen vullen we de bakplaat en de geur van speculaas vult de woonkamer.

En plots klikt er iets in mij. Het verhaal is misschien verdwenen.
Het enthousiasme, verwondering en verlangen nog lang niet.

woensdag 21 december 2016

Samen is anders

De reden is altijd een andere, maar een paar keer in de week hijs ik mezelf in de lelijkste schoenen en  broek die ik bezit. Het kan me niet schelen hoe ik eruit zie als ik rondjes loop, als het maar comfortabel is.

De reden is altijd een andere, maar 24 uur zonder schrijven zit er niet in. Voor een eigen schrijfnest is onder ons dak geen plaats meer, maar een laptop maakt een mens flexibel.

Ik had mijn manieren om te verdwijnen.
Tot mijn kroost er een stokje voor stak.

De oudste confiskeerde een stokoude laptop, nestelt zich één op de twee keren naast me en verdwijnt in de woorden. Hij vraagt spellingstips en test zijn plotwendingen uit. We zijn er allebei van overtuigd dat zijn boek sneller af zal zijn dan het mijne.

De jongste zeurde de oren van mijn kop tot ik haar mee op sleeptouw nam door de velden. Het tempo lag wat lager, de woordenstroom was onstilbaar.
Ik heb geen leeg hoofd na mijn gebruikelijke toer, maar ben altijd weer helemaal bijgepraat met wat hip en happening is in het derde leerjaar.

Samen is anders.
Anders is verfrissend leuk.


maandag 20 juni 2016

Een tiener, begot



Liefste oudste van me,

Het is waar wat ze zeggen. Een mens knippert even met z'n ogen en een decennium is voorbij. Of, om er nog maar een cliché tegen aan te gooien: het lijkt pas gisteren dat ik je kersvers in mijn armen hield.
En kijk nu!
Er is al lang niets meer van dat baby'tje, peutertje of kleuter in je te bespeuren. Je bent een compact pakketje vol manieren, voorkeuren en streken. En ik blijf me maar afvragen wanneer dat gebeurd is. Blijkbaar heeft de tijd dus echt twee versnelling. Eentje standje 'stervenslangzaam' speciaal voor die nachten waar er niet geslapen kan mag worden en de driftbuien aan de kassa in de supermarkt. Ondertussen razen de jaren door aan standje 'lichtsnelheid'.
Zelf lijk je er niet om te malen dat er plots twee cijfers op de kroon bovenop je hoofd staan. Wel kreeg ik de vraag hoe je dan volgend met je handen kan tonen dat je elf bent. Maak je er nog niet druk over. Dat zijn zorgen voor binnen 365 dagen, vriend.
Een tiener, begot.
Ik troost mezelf met het feit dat je met je 1m32 tenminste nog een tiener bent in pocketformaat. (gelukkig zit het er dit jaar nog niet in dat je boven mijn hoofd groeit.)

En als ik één iets geleerd hebt uit de afgelopen tien jaar is het dat het alleen maar leuker en leuker wordt.

kus,
mama

woensdag 2 december 2015

Kniktieklaas

Ik kijk het met een warm soort heimwee aan: De ijver waar er tekeningen mee gemaakt worden. Het verlangend aftellen. De zorg waarmee een mandarijn precies goed in het schoentje gelegd wordt, met een handgeschreven brief in de juiste hoek er naast. 

Het katapulteert me zo naar vroeger. Naar twee blote voeten die op een te koude vloer stonden te dansen voor de deur van de woonkamer. 
‘Kom! Kom! We gaan kijken!’
‘Wacht. Laat ons even wakker worden.’ Nooit kwamen mijn ouders trager de trap af. Nooit deden mijn ogen er zo lang over om te wennen aan het aangeknipte licht. 

Nu ben ik diegene die voorzichtig tekeningen haalt uit gezette schoenen. Ik strijk de plooien uit verlanglijstjes en berg ze op in de doos onder mijn bed waarin honderden kleine fragmenten van hen in zitten: ‘Liefe sinterklaas. Ik wil graag een zangmiekrofoon en knutzelspulen. Dat sou ik geel leuk vinden.’ 
Het is een versie van hen die veel te snel zal verdwijnen. En ik wil er een minstens een snipper van kunnen bewaren. 

De jongste tekent aan het nieuwste portret van Slecht-Weer-Vandaag en klikt you tube-gewijs van Sinterklaasliedje naar Sinterklaasliedje. 
Plots klinkt Kniktieklaas door de kamer. 

Ik ben weer negen, met blote voeten op de koude vloer. 
‘Kom!Kom! We gaan kijken!’

donderdag 19 november 2015

Het zit in de kleine dingen #boostyourpositivity

#Boostyourpositivity-gewijs bleef het hier stil. Simpelweg omdat ik niet zoveel met de thema's kon. Ik heb het gevoel dat ik niet zoveel wijsheden kan delen. Meestal loop ik knal tegen het leven aan en zie wel waar de bots mij brengt. Ik leer uit de spreekwoordelijke blauwe plekken en gelukkige toevalligheden.
Kwam je naar hier voor lijstjes en trucs? Daar linksboven is een back-button. Klik er even op, want hier zul je ze niet lezen.

Quality-time met de kroost. Ook dat vind ik een moeilijke om over te schrijven. Want we blijven met de regelmaat van de klok botsen. Meer dan me lief is, maar met wat hulp van buitenaf slagen we er steeds beter in de handleiding te ontcijferen.

Pick your battles indachtig lieten we bijvoorbeeld het voorlezen voor het slapengaan stil van het toneel verdwijnen. Met heel veel pijn in het hart van mijn kant, maar sinds het afscheid van de behapbare prentenboeken in de boekenkast en de introductie van lange verhalen, kwam ook de discussie. Vaak duurde het beslissen hoeveel blaadjes er werden voorgelezen langer dan het eigenlijke voorlezen zelf. En liet ik de toehoorders in plaats van dromerig vaker mokkend onder de dekens achter. Want het verhaal was nog niet gedaan.

De andere klassieker knutselen doe ik nog altijd niet graag. Maar gelukkig is mijn kroost op de leeftijd dat een schaar (meestal) gewoon voor knipactiviteiten gebruikt wordt (occasioneel een lok haar) en dat ik er zodoende niet meer met mijn neus boven moet zitten.

Kortom, ik heb jammer genoeg geen lijstje activiteiten in mijn broekzak die altijd werken. Een middag speeltuin kan zowel zalig zijn als een tergend lange middag voor beide partijen. Het is maar hoe de wind waait.  Fietsen of wandelen kan zowel heerlijk of slopend zijn.

Maar - en nu komt het #boostyourpositivity gedeelte - elke dag slaagt mijn kroost er steevast in om mijn hart te laten gloeien.

bewijs #1:
De jongste is nog één warboel haar en dekens als ik het licht aanknip. Gelaten kijk ik hoe ze van onder de dekens kruipt en zich aan haar bureautje nestelt met papier en wasco's.
Ze is mijn vraag al voor met haar 'ik kom zo.' En alhoewel haar interpretatie van 'zo' rekbaarder bleek dan de mijne, zitten we uiteindelijk allemaal aangekleed en samen aan het ontbijt.
Later op de trein, stoot ik op een gevouwen briefje, als ik mijn e-reader uit mijn tas wil vissen. Een blad vol vrolijke wolkjes, vogels en vlinders. 'Voor mama, xxx'

bewijs #2:
Ik wil net de deur sluiten als de oudste met veel geraas en gebrul door de gang naar me loopt. Eerlijk? Er flitste een 'Wat nu nog. Ik ben al te laat' door mijn hoofd'.
'Wat is er vriend?', vraag ik, mijn voeten al half op de trappers.
'Ik wou nog een extra dikke knuffel geven', zegt ie met open armen.

Deze blogpost kadert in het #boostyourpositivity project. lees er meer over bij Lilith en Oon

donderdag 18 juni 2015

De foto die ik niet maakte #9

Voor de vorm negeerden we dat hij om half vijf al riep of hij mocht opstaan. Voor diezelfde vorm negeerden we ook het licht dat we hoorden aanknippen en het gerommel in de boekenkast.
Toen we op een iets doenbaarder uur zacht langs zijn deur slopen om zijn zus wakker te schudden hoorden we geschuifel, gebonk en verdween de streep licht aan zijn deur als bij toverslag.
Met gefluisterd verjaardagsgezang slopen we zacht de kamer binnen. Zijn haar piekte van onder het dekbed uit. Zijn knuffel achteloos tegen zijn wang. De kersverse negenjarige was ogenschijnlijk één hoopje slaap.
Maar dan wel een hoopje met stijf dichtgeknepen ogen en een glimlach van oor tot oor.

woensdag 3 juni 2015

De foto die ik niet maakte #8

Ze lag nog maar eens op een ziekenhuisbedje. (Vijfde keer dit jaar, halverwege de tienbeurtenkaart, niet dat we tellen hoor.) Ditmaal met een gat in haar wenkbrauw. Bedsalto's durven al eens verkeerd uitpakken, bewees ze die avond met verve.
Ogen stijf dichtgeknepen, doekje in haar vuist gekneld, 'geen spuitje - geen spuitje - geen spuitje' als een mantra herhalend. Ik fluister, sus en troost. 'Als ik kon, meisje, dan kreeg ik die prikken in jouw plaats.'
Wanneer de dokter mompelt 'dat wordt naaien', kijkt ze hoopvol op. 
'Mama zei dat je het bij haar mocht doen.'

PS: Dokter, mijn linkertrommelvlies functioneert na een week opnieuw. Hoe gaat het met de uwe? 

maandag 11 mei 2015

Feest


De dag begon met een feestjurk die om 6.10 u. in mijn gezicht geduwd werd. Bij de feestjurk hoorde een meisje dat met tussenpozen van 1 minuut en 30 seconden vroeg 'gaan we nu door naar mijn feest?' (Voor de variatie gooide ze er gelukkig af en toe ook een 'mag ik nu mijn kleedje aandoen?' tussen.) 160 keer vragen later was het tijd voor haar feest.

Het weer was niet zoals we het op ons verlanglijstje gezet hadden. Het waaide hard. En ergens vielen er ook regendruppels. Maar blijkbaar smelten kinderen daar niet van. Ik was hun vaardigheid om tussen de druppels door te laveren uit het oog verloren, net zoals de capaciteit om zich er geen moer van aan te trekken.

Na wat op drie keer knipperen met mijn ogen leek, was de dag voorbij.
En opnieuw bleek dat er altijd nog iets moois zit in de staart:

Samen met vrienden de laatste restanten feest opruimen en een laatste glas klinken op het feestbeest. De wolken die plaats maken voor een felroze zonsondergang. Een doodmoe lijfje de trap opdragen en voorzichtig onderstoppen. En voor je de kamer uitgaat zien hoe ze de glimlach - die al de hele dag op haar gezicht vastgelijmd was - meeneemt in haar dromen.

dinsdag 20 januari 2015

de foto die ik niet maakte #5

Wiebelend zit ie op zijn plaats te wachten. Zijn vrienden van de circusles jongleren met doekjes, balletjes en draaien veel bordjes op veel stokjes. Hij schuift en wacht, tot de circusmeester hem aanwijst. Met zijn schouders naar achter loopt hij naar een grote rode olieton en rolt die naar het midden van de mat. Armen in de lucht, door de knieën en terwijl ik knipper springt hij los op de ton. Op zijn gemak stapt hij - met de ton onder zijn voeten - een stukje naar voor, een stuk naar achter en - waarom ook niet - waagt hij zich aan wat sprongen op de ton zelf.
Mijn circusaap - die in september gewoon wel aardig met de diabolo overweg kon - maakt een buiging en springt sierlijk terug naar de mat.

Terwijl hij terug naar zijn plaats loopt, schat ik hem vijf centimeter groter dan de tien minuten daarvoor.

(Circus Woesj - januari 2015)

vrijdag 14 februari 2014

Hoe voorlezen nog leuker werd.

Onder het motto ‘je kan nooit vroeg genoeg beginnen’  las ik KleineVent voor het eerst voor toen hij een maand of wat was. Niet zozeer om de spannende verhaallijnen, maar wel omdat een zacht sussende stem het enige was wat het ventje midden in de nacht van schreeuwen tot drinken kon aanzetten. En sindsdien bleef voorlezen een constante.
Alle stadia zijn we ondertussen gepasseerd. Van dotje en haar knuffelbeesten, klein wit visje, nijntje, Jasper is een aap en Jip en janneke tot Mannetje Koek en Vos en Haas. Heel af en toe probeerde ik er Roald Dahl tussen te smokkelen, maar dat botste op protest. Wegens geen mooie prenten op elke pagina en mijn weigering om het verhaaltje in één keer helemaal voor te lezen.

En toen leerde de luisteraar zelf lezen  en ontdekte hij in de bib een heel gamma met boeken AVI nog-een-klein-beetje-te-moeilijk. Verbeten  hakte en plakte zich een weg door de letters, maar genieten van het verhaal deed hij niet. Tot ik voorstelde om voor te lezen uit zijn nieuwe bib-vondsten. Zo rolden we samen een nieuw stadium in. De fase waar het niet erg is dat er niet op elke pagina een grote, mooie prent staat. De fase waar het fysiek mogelijk blijkt om stil naast de voorlezer te liggen en met geloken ogen te luisteren. Die fase waar ik na één hoofdstuk mag stoppen, een zoen op een kruin kan planten en een bladwijzer mag leggen. Om de volgende avond verder te lezen. Een fase die ik wel kan kussen. Want eindelijk ben ik even geboeid als de toehoorder.

Ik stapel alvast Harry Potter, mijn volledige collectie Roald Dahl en Astrid Lidgren op zijn bureautje en duim dat ze snel ontdekt worden.  Want KleineVent blijft vooral een vent die moet denken dat het allemaal zijn eigen idee was.

dinsdag 10 december 2013

Met wat ik weet is het klein. Met wat hij weet is het groot.

Proefjes, stond op de brief van het school. Het klinkt zo onschuldig en bijna lieflijk. Maar de taal bewees nog eens hoe verbloemend ze kan zijn.
Deze morgen dwaalde de oudste al heel vroeg door de gang, zijn wangen gloeiden rood op en zelfs tegen ons aangeplakt bleven zijn handen fladderen. De hele morgen draalde hij op de achtergrond. Zijn lippen waren wit en zijn boterhammen smaakten hem niet. Ik pakte hem op en voor het eerst sinds lang worstelde hij niet om los te komen, maar legde zijn hoofd in dat plekje in mijn hals dat gemaakt lijkt te zijn voor een kinderhoofdje.
Hier mama, wees hij op zijn borst. Hier klopt het zo hard.
Ik wreef hem zacht over zijn rug en luisterde hoe hij sommen prevelde. *tweemaalvijfistien*driemaaltweeiszes*achtgedeelddoortweeisvier*
Wat kan je als moeder meer doen dan een zoen en proberen wat moed onder hun vel te steken? (Dat en een extra groot glas melk en wat vitaminen in een lepeltje.)
Hoeveel keer nog zal mijn hart in duizend brokjes breken als ik zie hoe hard hij zijn best doet om te groeien?

maandag 5 augustus 2013

Weg is hij

Er lag een zenuwachtige glans in zijn ogen, maar zijn mond sprak boekdelen. Een grijns van oor tot oor, met alle tanden bloot.
Gaan we nu? Gaan we nu? Gaan we nu?
De hele morgen draaide hij rond en nergens vond hij zijn plek. Alsof hij al weg was.
Aan het station klemde hij zijn hand stevig in die van zijn lievelingsleider.
Groepsfoto, nog een zoen, nog een knuffel. Jaja... gaan we nu?
De groep verdween als een rode vlek door de stationsdeuren. Door het glas zag ik hem nog eens omdraaien. Eén en al grijns.



maandag 6 mei 2013

Communie


De dag begon zaterdag vroeg en impliceerde dingen zoals een stoel bovenop een tafel zetten om toch maar een vlaggenlijn te kunnen hangen. Het was zo'n dag waarop vrienden toezeggen om op een ontiegelijk vroeg uur uit hun bed te rollen en mee te komen helpen (al was het maar om de stoel bovenop de tafel vast te houden). Het was ook een dag die al maanden in ons hoofd zat. Hoe dichter ie kwam, hoe meer ie zijn plaats opeiste in de lijst van prioriteiten.
De vlaggenlijn was het keerpunt voor mij. Als die er hing, betekende dat dat al voorbereidingen getroffen waren en de dag echt kon beginnen. En dan hijs je je oudste in zijn feestkleren en spring je zelf in een nieuwe jurk en voel je lichter dan je je in maanden gevoeld hebt.


Het is niet mijn gewoonte, maar met deze foto wou ik toch even pronken.
KleineVent, die nu toch echt een andere blognaam verdient, in vol ornaat. 
 
Foto door An Nelissen

dinsdag 30 april 2013

Wat echt helpt

Op enkele vaste momenten per dag lijkt hij maar één ding te willen: het bloed vanonder mijn nagels.
Het kost veel vastberadenheid van beide kanten.
Van mij kant om te willen dat hij zijn kleren aandoet.
Van zijn kant om dat zo lang mogelijk uit te stellen.
Van mij om te willen dat hij zijn bed op zoekt en zijn ogen sluit.
Van zijn kant om te vinden dat dat ook best beneden kan op de zetel.

De helft van de keren vraagt hij meer geduld dan ik tot mijn beschikking heb. En dat Lief dat dan 'rustig' in mijn oor fluistert, helpt niet altijd.
We botsen nog altijd. Mijn vader beweert dat het niets persoonlijk is. Dat bij het pakket 'zes jaar' hoort en hangt er voor de lol een anekdote aan vast hoe gruwelijk onuitstaanbaar ik was op die leeftijd.  Ik vermoed eerder dat het een all-in is bij het pakket 'KleineVent' en zoek mijn heil bij de gedachte dat het later een schone deugd is om op te komen voor je gedacht.

Ik tel veel tot tien de laatste weken. Stil en tussen mijn tanden. Het haalt er voor ons beiden de scherpe randen van af. Ik ben soms onverklaarbaar doof als hij woorden in mijn richting slingert die ik echt niet wil horen.
Maar wat echt helpt?
Nog eens in die ogen kijken.
Relativeringsvermogen voor tien krijg ik ervan.

vrijdag 14 december 2012

Klein

In het krieken van de morgen kruipt er elke dag opnieuw een klein ventjeslijf tegen mij aan. Als het nog donker is en stil, moeten wij altijd even aan elkaar plakken. Zonder zussen, klokken en schoolbellen die in acht genomen moeten worden. Half slaperig rolt er altijd uit wat er in dat hoofdje omgaat.

'Ik wil niet meer naar de omnisport.'
'Hoezo?', mompelde ik slaperig in zijn nek.'
'Niemand wil mij in zijn groep omdat ik niet sterk ben.'
Ik voelde mijn hart verkruimelen onder zijn woorden. KleineVent heet hier niet zo omdat die naam gewoon is blijven plakken. Hij is nog altijd een kleine vent. De kleinste en lichtste van zijn klas. Ik geef mijn kieskeurige genen en zijn eetlust van een musje (deels) de schuld.
Ik wou hem nog dichter tegen me trekken en onder mijn vel verstoppen waar er geen woorden zijn die zijn hart kunnen raken.
In plaats kriebelde ik zijn buik.
'Weet je, dan zorgen we ervoor dat jij sterk wordt.'

Hoe we dat gaan doen, dat weet ik nog niet. Korstjes opeten en een stukje banaan proeven zorgen er alvast voor dat je mama verslaat met een potje armworstelen.



vrijdag 12 oktober 2012

maan, roos en een vis

Lezen is nog werken als je zes bent. Elke letter is weer graven in dat hoofdje. Elk woord wordt vooraf gegaan door een diepe denkrimpel en bijten op de wang. Leren lezen is ook een wereld die open gaat, stukje per stukje, maar voor KleineVent kan het niet snel genoeg gaan.
Voor het eerst laat hij in de bib alle prentenboeken en voorleesverhalen links liggen. In plaats daarvan trekt hij resoluut naar de 'eerste lezertjes'-kast en laadde zijn mand vol met vertellingen over Roos en aap en vis.
's Avonds in ons dekenfort wil hij zelf lezen.
'Ik ga jou wel voorlezen'.
Ik leun achterover en luister hoe hij zich al hakkend en plakkend door de eerste zin werkt.
'Ik vind het maar een saai verhaaltje', zucht hij na het ontcijferen van roos heeft een oog.
'En als ik jou nu voorlees?'
'Mag dat nog?', vraagt hij terwijl hij zijn boekje aan de kant legt en het grote sprookjesboek van Klaas Vaak uit het boekenrek trekt. Met zijn knuffels tegen zijn wang nestelt hij zich tegen mij terwijl ik vertel van Klaas Vaak en Oehoe Houdou en het herinnerzand.
'Dankjewel voor het verhaaltje', mompelt hij slaperig wanneer ik het licht uitknip.
'Dankje dat ik nog mag voorlezen', denk ik terwijl ik de laatste kus van de dag op zijn kruin plant.