Posts tonen met het label KleineMeid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label KleineMeid. Alle posts tonen

dinsdag 14 april 2015

Hoe mijn dochter een straatartiest met verstomming sloeg.

Zichtbaar glunderend liet ze zich door de straatartiest uit het publiek plukken.
Ja, ze wou wel een ballon.
Ja, ze wou deze wel eens opblazen.
Neen, ze kon het niet appreciëren toen het publiek lachte met haar poging en rood aangelopen gezichtje.  En neen, ook niet toen de straatartiest een gewillige hand wou toesteken.
Neen, ze vond het niet leuk toen de opgeblazen ballon onmiddellijk leegliep in haar hand. Doe er dan toch een knoopje in man, zag je haar denken.
Neen, ze wou geen nieuwe.
Neen, hij hoefde haar niet aan haar schouder tegen te houden. Ze wilde echt geen nieuwe.
Neen, ze wou geen nieuwe. Stop ermee om met ballonnen te zwaaien.
Neen, geen ballon is geen ballon. Dus ook geen twee ballonnen.
Neen, ze wou geen knuffelbeer aannemen en trouwens waarom hing dat ding aan een vislijn?
Neen, ze ging niet achter een knuffelbeer aanhollen, zeker niet als dat ding aan een vislijn hing.
Neen, ze zei het al. Ze wil geen ballon.
Neen, ook niet als hij grappige fluitgeluidjes maakte.
Neen, hij deed er echt beter aan zijn arm van haar schouder te halen.
Neen, echt geen ballon. Echt niet!

Bij elke weigering van mijn jongste bulderde het publiek en ging haar onderlip harder trillen. Na drie minuten - met een ballon in haar hand die ze echt niet wilde - barstte ze in huilen uit.

En zo verliet ik de voorstelling na 3 minuten en 10 seconden, met een luidkeels blèrende dochter op mijn arm. 'DIE MENEER IS NIET GRAPPIG!'

Op het podium zocht de artiest zichtbaar naar de resetknop van zijn voorstelling.


zondag 8 februari 2015

Not quite de poppenmoeder

Terwijl ik de resten van het ontbijt opruim rolt de jongste de poppenwagen tot tegen mijn kuiten.
'Mama, ik heb gebeld en gebeld, maar ik vind geen babysit. Zorg jij even voor mijn kindje?'
'Ik wist niet dat jij met poppen speelde?'
'Doe ik ook niet. Daarom moet jij voor haar zorgen.'
'Goed, dan ben ik even babysit. En wat ga jij dan doen?'
'Niet met de poppen spelen.'


woensdag 4 februari 2015

de foto die ik niet maakte #6

Diepblauw ochtendlicht valt haar kamer binnen. Het dakraam is bezaaid met ijsbloemen. Ik vis mijn jongste voorzichtig van onder de dekens en tussen de knuffels uit. Ze vouwt zich naadloos naar mijn linkerzij en klemt haar armen om mijn nek. Samen klappen we het dakraam open. De ijskoude buitenlucht valt op onze gezichten. Op mijn arm en heup gloeit ze nog dekenwarm na.
Ik wijs haar de maan en de sterren aan die verdwijnen in het ochtendlicht. Ze kijkt met open ogen en open mond.
'Zullen we aan de dag beginnen?', fluister ik in haar oor.
Ze wrijft haar hoofd in de holte van mijn nek en graaft haar handen in mijn haar.
'Neen, nog heel eventjes niet'

dinsdag 25 november 2014

De vroege vogel - de verbeterde versie

Ik word wakker van gestommel boven mijn hoofd en hoor hoe twee maten 29 zich een weg bonken van slaapkamer naar woonkamer. Als ik naar mijn nachtkastje leun zie ik dat het amper 5 uur is en realiseer me dat de jongste aan haar dag begonnen is.
'Kwart na vijf? Dat is toch geen uur. Ik haal haar terug naar boven', foeter ik slaapdronken.
Het Lief legt- ook slaapdronken - zijn hand op mijn heup en mompelt. 'Laat haar, als je dat doet krijst ze iedereen wakker.'
Enkele vezels in mij willen mijn benen over de rand van het bed zwieren, maar de slaap wint het van de wilskracht. Ik slaap mijn toegestane tijd uit tot 6.15 u. en tref het kind aan beneden aan de tafel met een stapel kleurboeken. Zelfvoorzienend als ze is- en omdat de thermostaat van de verwarming te hoog op de muur plakt voor haar - had ze onze verzameling fleecedekentjes om zich heen gedrapeerd en zichzelf voorzien van een beker appelsap.
'Goeiemorgen', fluistert ze terwijl ze één of ander topmodel van een hysterisch ingekleurd kleedje voorziet. 'Mag ik koffie voor jou maken?'

Misschien zit er toch iets in dat loslaten.


dinsdag 4 november 2014

Niet te vatten verjaardagsgedruis

Zes is de jongste vandaag.
(Neen, je hoeft niet te zeggen dat het heel snel gaat, dat herhaalde ik zelf al tot treurens toe.) Maar waar ik best een rem op de afgelopen maand wou zetten en extra genieten van de laatste dagen met een vijfjarige, keek er iemand anders de tijd vooruit. Eindeloos werd er afgeteld en weggestreept tot ik haar gisterenavond onder stopte.
'Hmm', zuchtte ze 'De laatste avond dat ik vijf ben'.
'Mijn god, kind. Zeg zo'n dingen niet', dacht ik toen ik mijn hart in stukjes voelde brokkelen.

De ochtend brak aan met feestgezang en verjaardagsgedruis. Ballonnen die om kwart voor zeven over de eettafel zweven en een kaarsje op een boterkoek. Na die ene (of kom twee) foto met kroon, pak en kaartje legde ik de camera aan de kant, ging op mijn handen en keek.

Ze scheurde het papier met brede gebaren van haar pak. Rode snippers met witte sterren dwarrelden langs haar voeten naar beneden. Haar ogen sperden wijd open en die grote glimlach brak haar gezicht net niet in twee.
Ik heb er geen foto's van. Geen ervan zou zo scherp zijn als wat ik met mijn eigen ogen zag. En ik dacht, ik moet soms meer zitten en gewoon kijken. Niet alles willen grijpen en gewoon beseffen dat wat ik ook doe, de tijd altijd als water door mijn vingers zal stromen en er geen vatten aan is. Er op vertrouwen dat er heel veel blijft hangen, ook al legde ik het niet vast.

vrijdag 17 oktober 2014

De foto die ik niet maakte #3

Tenen gekruld over de boord met haar knieën licht gebogen staat ze aarzelend aan de rand van het zwembad. Haar handen tegen elkaar, vingers wijzen naar boven. Alsof ze een schietgebedje naar boven stuurt. Het water drupt uit de strengen die tegen haar gezicht plakken en trekt glanzende baantjes over blote schouders en armen.
Startklaar lijkt ze. Tot je naar haar mond kijkt. Ze bijt hard op haar lippen, haar ogen zoeken naar vaste grond in de blauwe diepte. Haar tenen wiebelen, knieën knikken.
En dan springt ze. Een boog en heel wat spetters. Uit die plons duikt een gezicht op. Met enkel ogen, wangen en mond boven water zwemt ze zich een weg naar het houvast van de boord.

(stedelijk zwembad, zwemles nr zoveel) 

woensdag 1 oktober 2014

Tienbeurtenkaart

Ooit in een ver verleden moet ik de grap gemaakt hebben van de tienbeurtenkaart bij de spoeddiensten. Ik denk dat ik het toen al zag aankomen dat ik meer tijd dan me lief was zou spenderen in de wachthokjes van het ziekenhuis.

Ik steek het maar  op iets met de genen. Ik ben notoir onhandig en stoelen, tafels en deurstijlen hebben jammer genoeg niet de neiging uit de kant te springen. GroteKleineBroer mikte op de overtreffende trap van onhandig en zag het spectaculairder. Hij werd meermaals met een helikopter van een bergflank geplukt en ik vermoed dat ons telefoonnummer onder een sneltoets zat van zijn turnleraar om mijn ouders nog maar eens te informeren van één of ander ongelukje.

Maar goed. Los van een indrukwekkende val van de trap bleven we nobele onbekenden in de spoed. Tot KleineMeid lucht moet gekregen hebben van de grap en besloot dat het tijd was om de achterstand in te halen. Pink en tanden kwamen al aan de beurt, maar waarom zouden we dat niet afwerken met een mislukte pirouette die je tegen verwarming laat knallen?

'Ik weet de weg', had ik willen mompelen terwijl ik een krijsend kind op mijn armen torste en de spoed binnenstapte.
En ik wou even echt dat ik mijn tienbeurtenkaart kon laten afstempelen.
Ik ben namelijk razend benieuwd wat je krijgt als die vol is.

vrijdag 19 september 2014

Die keer in het ziekenhuis

7 u.
'Jij wilt dat ik verhonger', beet ze me toe en kruiste haar armen. Boos stampte ze richting zetel en keilde alle kussens in de lucht. Operatiedag (ja, die werd voor een deel vervroegd) betekent ook nuchter blijven. Ook als je pas om 12 u 's middags in het ziekenhuis verwacht werd.

8.30u.
Ik sluip stil met een kommetje muesli en kop koffie naar de badkamer. Ik scheur van de honger, maar krijg het niet over mijn hart om voor haar neus te eten.
'Waar ben je?' roept ze voor ik de eerste hap in mijn mond kan steken. 'Je bent aan het eten, hé?'

10 u.
We kleuren - we spelen met de Barbies - we bouwen met de Kapla - we spelen niet met het keukentje - we kleuren nog wat - we bouwen een knikkerbaan - ik zeg elke twee minuten dat ze ook geen stukje fruit mag. (Memo to me, verdeel die eetlustgenen de volgende keer wat beter tussen de leden van de kroost)

11.30 u.
Ik gesp haar vast in de auto richting ziekenhuis.
'Mag ik nu al eten?' x 100

12 u.
Ze klampt de verpleegster die haar opneemt aan. 'Zelfs geen klein stukje mandarijn? Zelfs geen rozijntje? Een slokje water?'

13 u.
Ze mag naar het operatiekwartier. Lacht zich een kriek met het haarnetje dat ik moet opzetten en vraagt aan de anesthesist of hij toevallig een koekje bij heeft. Twee seconden later draaien haar ogen weg en moet ik de ruimte verlaten.

13.30 u.
Ze ligt welgeteld tien minuten zo slap als een lappenpop in het te grote ziekenhuisbed. Nog voor mijn hart *krak* kan doen zit ze monter rechtop en informeert waarom de meneer aan de overkant alleen maar een kleedje aanheeft. En dan nog eentje die niet helemaal dicht kan aan de achterkant.
Ze vraagt aan de verpleegster op de recovery om een koekje. We mogen al vrij snel naar de kamer.

14 u.
Ze huilt hartverscheurend en grijpt naar haar kaak.
'Of ze pijn heeft', informeert de verpleegster.
Ze knikt.
'Haal ik een pijnstiller', vraagt de verpleegster aan mij.
Ze trekt aan mijn arm en fluistert 'een mandarijn helpt ook'

15.30 u.
Ze krijgt een beker water. Ze kijkt nors en informeert waar het eten blijft.

16 u.
De verpleegster komt blinkend binnen met een plat kaasje.
In plaats van aan te vallen kijkt ze wat meewarig naar het potje.
'Daar heb ik nu echt geen zin in.'

16.30 u.
We mogen naar huis alwaar de patiënt een heel bord puree naar binnen schuift.

vrijdag 5 september 2014

En nu is het genoeg geweest, meid?

'Laat maar, ik weet de weg wel', had ik willen roepen naar de receptioniste van het ziekenhuis.
Dat klopte deels. In juni kwam KleineMeid met haar vinger tussen de deur te zitten.
'Haar vinger is eraf', wist Lief me bloednuchter te melden aan de telefoon. Een gemak in tijden van crisis, dat Lief van mij.
Gelukkig zag hij het te groot en bleek het niet om haar volledige vinger te gaan, maar om het topje van haar pink. Het was er ook niet helemaal af, maar deels.
Desalniettemin volgden er in de avond na de operatie heel wat tripjes naar het ziekenhuis. We kenden dus goed onze weg, KleineMeid en ik, richting gipskamer. Dat de onthaalmedewerkers prompt oordopjes instaken wanneer ze mijn dochter zagen verschijnen, bewees alleen maar dat ze nog altijd over een ongelooflijke set longen beschikt. En ook dat ze enig gevoel voor drama heeft.

Nu kwamen we echter niet voor de pink. (Mooi genezen met terug groeiend nageltje en al, dankje wel). Eerder deze week probeerde ik mijn dochter van onder de kast te lokken bij de tandarts die de gevreesde woorden 'ik zal een klein prikje moeten geven' had uitgesproken. Ik nam al stilletjes afscheid van mijn linkertrommelvlies terwijl ze na een uur hevig snikkend wel eens op de stoel wou gaan zitten. Maar al snel genoeg bleek dat het euvel niet opgelost zou worden met een prikje, wat boren en vullen. Onder narcose in het ziekenhuis zou het worden.

'Ik weet de weg wel', had ik dus willen roepen. Ware niet dat de afdeling 'mond- en kaakheelkunde' een heel nieuw labyrint herbergt. We stapten binnen met het plan om de pijnlijke tand zo snel mogelijk te laten trekken onder narcose. We wandelden buiten met een behandelplan voor meer gaatjes dan me lief is en een operatie die daardoor een stuk later valt.

Tips hoe we die tweede operatie dit jaar - die dan nog eens pal op haar verjaardag valt, oh Murphy I really love you -  feestelijk kunnen verpakken zijn altijd welkom.

donderdag 5 juni 2014

In de categorie: 'Hoe kom je erop?'

Na het eten werden ze naar boven gejaagd. Dat maakt het net iets makkelijker om rijst van de stoelen te schrapen en vetsporen - maar ik wist niet dat er pesto aan mijn voeten hing, mama - weg te dweilen.

Voor de verandering was het eens niet stil. Ik hoorde ze rondstappen en joelen.
Fijn, ze spelen. En steken niets uit.
Voor de verandering hoorde ik geen enkel kind huilen.
Fijn, ze spelen mooi samen.

Ik luisterde glimlachend naar hun gejoel, liep de trap op en stak mijn hoofd om de deur.
KleineVent stond met zijn speelgoedkruisboog in de aanslag en mikte op de roos die ze op de kast geplakt hadden. KleineMeid stond er met haar neus naast om de punten te tellen. Ik zag hem net iets knalgroen afvuren.
'Zeg, jij hebt toch geen groene pijltjes?', vroeg ik nog verwonderd.
'Ik vind mijn pijltjes (met plastiek zuignapje, nvdr) nergens. Maar dat is niet erg, hoor. Met dit gaat het ook prima.'
Hij wees naar een doosje scherpgeslepen kleurpotloodjes.

vrijdag 14 maart 2014

Dat met die koningswens

Altijd lief bedoeld, maar hoe meer ik ze hoor, hoe meer mijn tenen gaan krullen van de vraag: 'Ben je niet blij dat je een dochter hebt?' of in dezelfde categorie 'Dat is toch fijn hé, van elk eentje.'

Dit is hoe ik het zie. Het enige echte grote verschil tussen een jongetje en een meisje ten huize Kruimel is dat ik één deel van mijn kroost in rokjes naar school mag sturen zonder daar raar op aan gekeken te worden. Voor de rest scoort KleineMeid een mager zesje in de categorie meisje-zijn. 

Ja, ze klost al eens rond op rood en zwart gestipte schoentjes met hakjes onder haar schreeuwend roze prinsessenjurk. Maar steevast zeult ze broerliefs kruisboog mee als accessoire bij haar prinsessenzijn. Ze is inderdaad verknocht aan haar groene egeltjeshandtas, maar vooral om gevonden stokken, stenen, veertjes en andere vondsten in op te bergen.
Ze heeft enkele poppen, die al jaren stof liggen te happen aan het voeteinde van haar bed. Leg ik ze een keer liefdevol/aanmoedigend bij haar hoofdkussen, dan worden die met een keurig boogje terug naar hun vaste plaats geknikkerd. Daar heeft ze drie seconden voor nodig.
Ze schminkt zich graag en pikt dan ook wanneer ze kan mijn make-up in. Om dan beteuterd te merken dat je met oogschaduw geen lieveheersbeestje kan schminken.
Maar ze speelt toch met de Barbies, zeg je? Juist en toen die even niet voorhanden waren zag ze er geen graten in om een verloren gelopen ActionMan in een tutu te proppen en hem zo gekleed de wereld te laten redden.
En dat langere haar. Daar mocht ik éénmaal een staartje in maken, dat het vier seconden uithield.

Ik ben dus blij dat ik een dochter heb. Net zoals ik blij ben dat ik een zoon heb. Maar die blijdschap verbleekt bij het plezier dat ik beleef aan KleineMeid  en KleineVent zelf. Hoe ze zichzelf op de wereld zetten. Los van het hokje 'meisje' of 'jongen'.

dinsdag 28 januari 2014

Hoe mijn dochter de snoozeknop voor me verpeste...

Eén van mijn beste vrienden 's morgens is de snoozeknop. Er is weinig waar ik 's morgens meer van geniet dan de wekker het zwijgen opleggen en mij nog eens omdraaien. Ik reken het zelfs uit. Als ik om 6.30 u. echt vanonder het dekbed moet, zet ik de wekker op 6.12 u. Dat levert mij tweemaal 9 heerlijke minuten soezen op. Een waar genot voor een ochtendprocrastinator als ik.

Jammer genoeg woont er sinds kort iemand onder ons dak die 5.45u. een prima uur vind voor een eerste rondje ochtendgymnastiek. (Voor alle duidelijkheid, die iemand woont al vijf jaar onder ons dak. Alleen de voorliefde voor ochtendgymnastiek op onmenselijke uren is recenter.)

Zodoende word ik elke morgen uit mijn dromen gejaagd door gebonk boven mijn hoofd. Het gebonk gaat al snel over in gestamp op de trap en even later prikt een kleine neus tegen mijn wang.

'Ik ben al wakker.'
'Ik nog niet.'
'Jawel, je praat al.'
Stilzwijgend hef ik het dekbed op. Mini Jane Fonda leerde ondertussen met scha en schande dat het beter is om er dan snel onder te kruipen. Ze duwt twee ijskoude voeten tegen mijn buik aan en sluit haar ogen.
Even later gaat mijn wekker voor het eerst af. Nog voor ik naar de snoozeknop kan reiken staat het kleinste deel van mijn kroost al naast het bed te springen.
'De vogeltjes fluiten' (Ja, er wonen vogels in mijn wekker)
'Neen, ze gaan nog eventjes slapen.'
'Maar de vogeltjes fluiten!'
'Die moeten ook nog even zwijgen.'
'Maar de vogeltjes fluiten. Het is opstaantijd.'

Ik zou de wekker natuurlijk gewoon achttien minuten later kunnen zetten. Dat zou ik kunnen...

donderdag 12 september 2013

De volgende keer meet ik haar voeten op en ga ik alleen

'Wat denk je van deze?', probeer ik.
Mijn jongste staat voor de schoenenspiegel en weigert zelfs op te kijken.
In haar handen klemt ze een paar sneakers. Knalroze compleet met glitters en lovertjesbloemen en zwarte veters waar zilverdraad door geweven is.
Gemaakt om een vierjarig hartje sneller te doen kloppen.
Gemaakt om een moeder een kleine hartverzakking te geven.
Ik zwaai met een paar guitige campers. Roze, kijk, zo ver ben ik bereid te gaan om die glitterschoenen terug op het rek te krijgen.
Mijn jongste streelt de bloemetjes en wurmt zich uit haar sandalen.
Ik lijn een heel arsenaal aan laarsjes op. Van groen over paars tot geel. Ergens staat zelf een klein K3-logo op. Zo ver ben ik bereid te gaan.
Mijn jongste houdt de zilveren veter voor haar ogen en ooh en aaht.
Ik zwaai met een rood laarsje. Zelfs deze niet? Zelfs niet in jouw lievelingskleur?
Verveeld kijkt ze op en plots worden haar ogen zo groot als schoteltjes. De knalroze schoen bonkt op de grond en ze grijpt naar het laarsje.
'Oh, met klakjes. Net zoals jouw mama-schoenen.'
Ik kijk nog eens goed naar het schoentje. Onderaan de zool plakt iets wat in de ogen van een vierjarige voor een hakje kan doorgaan. In mijn hoofd dank ik op mijn blote knieën deze schoenenfabrikant en sleur mijn grut mee naar de kassa. Voor haar oog valt op een ander schoeisel dat glitter in de veters heeft of -godbetert- lichtjes in de schoenzolen.

maandag 17 juni 2013

De perfecte spagaat

Mijn hart blijft vaak hangen in het 'toen'.  Bij de twee kinderbenen die op het aanrecht zaten en voeten die hoog boven de vloer wiebelden. Bij de talloze kampen met de jeugdbeweging, de jaren met een eigen stek in de kelderverdieping van een studentenhuis.
Ik kan uren ronddolen in mijn hoofd. Herinnering na herinnering opdiepen en herbeleven.
Denken aan wie ik toen was,  wie er ondertussen verdwenen is, hoe anders het was.

Wanneer ik uit mijn dagdromen gewekt wordt, snelt mijn hoofd vooruit naar morgen.
Naar wat-zullen-we-eten? Kan-de-babysit-komen? Speel-ik-het-klaar-om-deze-deadline-ook-te-halen? En zo hang ik een perfecte spagaat tussen nostalgie en plannen. Soms ietwat doelloos in het nu, met kramp in mijn benen.

Maar nooit is er meer nodig dan mee op het tapijt te hurken en mee te bouwen aan een knikkerbaan. Of me mee naar buiten laten lokken en de lieveheersbeestjes bekijken. Om samen kampen te bouwen in het bos.
Niets ankert me meer in het nu, dan zij.

maandag 27 mei 2013

Wild boeket

De jongste trakteert me op een kinderliedjes-medley vanuit het fietsstoeltje. Startend bij 'De kop van de kat was jarig en zijn pootjes vierden feest', ging ze naadloos over naar Mega Mindy om er dan nog een vleugje 'In de maneschijn' doorheen te mixen.
Samen hebben we de oudste afgezet op de jeugdbeweging en we vieren het feit dat de zon ons nog eens wist te vinden met een extra lange omweg richting naar huis.
Aan een veld vol boter- en nog wat andere bloemen houden we halt. Ik laat het dartele zinggeweld los en strek me uit in het gras. Ze verdwijnt tussen het groen en het geel en komt terug met een handvol boterbloem kopjes. 'Voor jou mama.' Ik steek de bloempjes in mijn zak en wenk haar. 'Kijk als je de bloemen helemaal onderaan de steel afplukt kunnen we ze thuis in een vaasje steken.' Tien minuten later krijg ik een vuistdik boeket, hier en daar nog met wortels en al gepresenteerd. Thuis schikt ze bloem per bloem in de vaas en rent daarna de tuin in.

Deze morgen drink ik snel mijn koffie op aan het aanrecht, naast ons veldboeket. Ik probeer de geur op te snuiven. Het ruikt naar niets, maar ik voel zo weer de grassprieten aan mijn tenen kriebelen en neurie van de weeromstuit 'de kop van de kat was jarig en zijn pootjes vierden feest.'

donderdag 18 april 2013

Bubbels

De geur viel op je zodra de voordeur geopend werd.
Het rook in huis naar fris, schoon en lente. En de geur overmeesterde makkelijk de kookkunsten van Lief. Zelf de rijstschotel rook naar douche en frisgewassen haren.
In bad zat de schuldige beteuterd naar het melkwitte water te kijken.
'Waar zijn de bubbels?'
Sinds het kind ontdekt heeft dat de combinatie douchegel en lopende kraan een lawine aan bubbels geeft, is geen enkel flesje meer veilig. Staat de fles niet in de kast? Dan is ie leeg de volgende keer dat je wil douchen.
Mijn nieuwe, zalige ruikende douchemelk stond niet in de kast.
Maar douchemelk geeft ook geen bubbels.
Lose - lose, voor iedereen.

Gelukkig voor haar dat ze zo ongeloofelijk lekker naar sinaasappelbloesem rook ...

maandag 21 januari 2013

"Ik denk dat we nog geen wintersportvakantie moeten boeken"

Ingepakt van kleine teen tot wenkbrauwen pootten we onze kroost neer op de slee. Terwijl de sneeuw nog neerdwarrelde trokken we een spoor van ons huis tot aan de molens waar de helft van de stad joelend afdalingen maakte op slee en andere winterattributen.
De oudste nam het sleetouw over en holde de helling op, terwijl de jongste wat vertwijfeld keek naar de veelkleurige, glijdende massa. Na de eerste afdaling was ze in tranen, na de tweede volgde ook het snot en snikken.
'Vind je het niet leuk?'
*hevig snikkend * 'Ja-wheeeel!'
'Waarom huil je dan?'
'Die sneeuw doet koud aan mijn wangen. Ik wil naar huis.'
Ze had haar armen over elkaar geslagen, ware ze niet te warm en te dik ingepakt in truien, jassen en sjaals. Er is geen lievemoederen aan een vierjarige met wintertenen en angst voor sneeuwvlokjes, dus hees ik de anti-sneeuwactivist op mijn rug en ploeterde door de sneeuw terug naar huis.
Een uur later viel Lief met KleineVent het huis binnen. De grootste met rode wangen van het sleetrekken, de kleinste met blauwe lippen en twinkelende ogen.
KleineMeid was net in slaap gesukkeld, aan me vast geklemd, snikkend over koude wangen, vingers en tenen.
"Ik denk dat we nog geen wintersportvakantie moeten boeken", mompelde ik.

woensdag 9 januari 2013

Donderstenen

Ik denk dat ik op maandag 7 januari wat onderuitgezakt aan mijn computer zat. Mijn mailbox liep alarmerend snel vol met mails. Er lag een aanzienlijke stapel te openen post, maar in plaats van mijn mouwen op te stropen en te kijken wat voor nieuws er zat tussen de 386 ongelezen berichten vouwde ik mijn handen om mijn warme koffiemok en keek naar buiten.

'Luister', zei ik tegen mezelf. 'Hoor je dat? Niets, absoluut niets. Geen ge-MAMAAAAAA! Geen gehuil, gejen, geduw en gesar.' Ik sloot mijn ogen en ademde diep in en uit.
Het was een volle veertiendaagse, die vakantie die rond Kerst en Nieuw plakt.
Ik ben niet uitgerust.
Ik ben niet uitgeslapen.
Ik ben zo mogelijk nog vermoeider dan voor de vakantie.
Twee donderstenen zitten daar voor een groot stuk tussen. Alle vakantieplannen en activiteiten ten spijt waren mijn kinderen twee magneten die in een mum van tijd aan elkaar plakken om dan stevig te knetteren. Kampen werden aangevallen en verwoest. Tekeningen verscheurd, knikkerbanen gesloopt en treinbanen verbouwd. Was de één vertrokken in zijn spel, marcheerde de ander er ostentatief door. Broers en zussen werden meermaals levende zitkussens, stootkussens en stormrammen. Op de tiende dag gingen mijn nekharen al bij de eerste gebrulde 'aanvalleuh'  (6.10 u.) rechtstaan.

Het deed dus deugd, dat eerste uur voor mijn beeldscherm en 's avonds kon ik eerste (en volgende) gebrulde 'aanvalleuh' opnieuw de baas. Een lichtgewicht van 1m14 vang ik zo op in mijn armen en keer ik moeiteloos enkele keren om. Die puf en zin krijg ik dan ook weer van een computer vol onbeantwoorde mails en iets teveel koffie.


.


maandag 17 december 2012

Geluk met eieren, bloem en suiker

Zondagmorgen 8.30 u. Nog in pyjama en met haar dat alle kanten oppiekt weeg ik bloem en steek de oven aan. Aan de andere kant van het eiland piepen twee paar ogen net boven het werkblad uit. Klaar om elk op zijn beurt suiker, boter en bloem dooreen te spatelen.

Zondagmorgen 9 u. Ik rol samen met twee paar kinderhandjes deeg tot koekjesbolletjes. Ze glimmen van handen tot ellebogen door het smeuige deeg. KleineMeid verdeelt de buit eerlijk. Een bolletje voor de bakplaat, één voor haar. Wanneer alles in de oven staat laat ik twee kinderen ten (bad)water en hoor hoe daar verder koekjes gebakken worden van badschuim en schijfjes water.

Zondagmorgen 10 u. Het bord met de koekjes die nog even stonden af te koelen is leeg.
'Neen, neen, neen', schudt KleineMeid haar hoofd. 'Ik heb geen koekjes gegeten.' Terwijl ze hoofdschuddend haar onschuld staande houdt vliegen de koekkruimels die op haar wangen plakten in het rond.

Zondagmorgen 10.10 u. Ik weeg bloem en steek de oven opnieuw aan. Aan de andere kant van het eiland piepen twee paar ogen net boven het werkblad uit. Het suiker, boter en bloem spatelen nog lang niet moe.

Neen, mij straf je niet als ik in de weer mag zijn met boter, bloem en suiker.

dinsdag 27 november 2012

Omdat ie te mooi is om te vergeten...

Zij bovenaan de trap, ik in de gang. Drie minuten of zo na het middagmaal.

Zij: Mama, mijn buik heeft nog honger. Mijn buik wil nog een koekje.
Ik: Lieve schat, we komen net van tafel. Jouw buik was te vol voor pasta. Dan is ze nu ook te vol voor koekjes.
Zij: Maar mama, mijn buik heeft gejokt. Mijn buik wou geen pasta, mijn buik wil wel koekjes.
Ik: Zeg jij maar tegen jouw buik dat ze moet wachten tot vanmiddag.
Zij: *stil gefluister* 'Mama zegt dat je nog een beetje moet wachten. Neen, geen koekjes. Mama vindt het niet leuk als je jokt. Niet meer doen hé.'
Zij: *normaal brulvolume* Ma-maah, ik heb het gezegd. Mijn buik is niet blij, maar ik ga nog een beetje wachten.